EERSTE TAFEREEL

 

OKTAAF (doet de aankondiging, terwijl de anderen het décor in orde brengen)  Zo! Dames en heren, beste

toneelliefhebbers, zoals u zelf hebt kunnen morken , eu, merken, hebben wij als vragende partij alsnog ons

gelijk gehaald! Aangezien dat er voor honderd procent aan onze eisen voldaan geweest is geworden, kan ik

u thans mededelen dat onze geplande toneelvoorstelling tóch door gaat!…Alle mensen die hun jas al terug

hadden aangetrokken, kunnen deze bij deze weer uit doen!… Het toneelstuk dat wij vanavond voor u op de

planken brengen, is van een geheel ander genre dan u van ons gewoon bent!…Dit jaar hebben wij gekozen

voor een drama!…Jawel, mevrouw, meneer, een écht Vlaams drama, n’een bleiter, zeg maar!…De titel van

het stuk, “bedankt en tot ziens”, slaat eigenlijk nergens op, maar, we zullen dit maar aanschouwen als een

dichterlijke vrijheid van de lichtelijk geschifte auteur! Wij nemen u vanavond mee naar een echte,

Vlaamse, arme boerenfamilie!…Zoals u aan het décor kan merken, hebben wij de sfeer zo reëel mogelijk

trachten te benaderen!…U ziet hier onder andere een prachtige Leuvense stoof, die…Shit!…(Roept) Hé,

pssst, Eddy ?

 

EDDY (haastig op) Ja, wat is’t?

 

OKTAAF Eddy, die Leuvense stoof, die staat daar niet!

 

EDDY Ah, vaneigenst dat die daar niet staat! Die staat achter d’n décor!

 

OKTAAF Jamaar Eddy, die moet daar toch niet achter staan?

 

EDDY Ja, sorry! Die mannen van d’n décor, die hebben dat deurgat te smal gemaakt, en ik krijg die daar

van geen kanten door!

 

OKTAAF Alstemblieft zeg! We zijn al goed bezig!

 

EDDYJa, “ik” kan daar niks aan doen é zeg! Ze hadden eerst die Leuvense stoof daar moeten placeren,

En pas daarna d’n décor er rondbouwen!

 

OKTAAF (zucht) Allee, ‘t is goed,  ga maar terug vanachter staan, we zullen hier ons plan wel

                      

 trekken, “zonder” die stoof!

 

EDDY   (in zichzelf mompelend af)

 

OKTAAF (mompelt) Waar was ik nu weer?…Ah ja! Dus, dames en heren, we bevinden ons ten huize van een

arme, Vlaamse boerenfamilie! Die zijn zelfs zo arm dat ze hun Leuvense stoof hebben moeten verkopen!…

De familie is als volgt ingedeeld: Eerst hebben we d’n boer! Hij is een bruute, steenharde, door het leven

getekende man, maar hij is zo eerlijk als goud!…Anders zou hij zo arm niet zijn!… Dan hebben we ook nog

zijn vrouw, de boerin! Een braaf en zeer godvruchtbaar...eu...godvruchtig mens die van haar zeventien

kinders er slechts twee heeft over gehouden!…En toch bijt zij zich vast in het leven!…Zij zorgt voor de

inwonende grootouders, waarvan de bomma een beetje dement is, en d’n bompa…Tja, die is er nog erger

aan toe!…Dan hebben we ook nog d’n boerezoon die…

 

LEO (roept van vanachter in de zaal) Zeg, alstemblieft é, Oktaaf, begin er nu eindelijk ‘s aan!

 

OKTAAF …Allee ja…De rest zal u zo dadelijk zien! (groet wat onhandig en af)

 

Licht in-faden…Nu zien we pas het eigenlijke décor. Het stelt een boerenhuis voor, armoedig ingericht…Bomma (Nathalie) zit met haar paternoster in een schommelstoel. Bompa (Fluppe) Zit roerloos onderuit gezakt in een versleten clubzetel)...De boerin (Esther) Komt op vanuit de keuken)… (Speel het stuk bij voorkeur in het “schoon Vlaams”, echter wel met vreemdsoortige klinkers en overdreven lettergrepen, voor de grootmoeder past eerder een streekdialect)

 

ESTHER (lief) Awel moederke lief ?  Zijt ge weer met onze lieve Heer aan’t babbelen? Gij gaat een schoon

plaatske krijgen in d’n hemel!

 

NATHALIE Zeg Frits, is d’n oorlog al gedaan?

 

ESTHER Ja, moederke, d’n oorlog is gedaan, ge moet u geen zorgen maken!

 

NATHALIE Wie is er gewonnen?

 

ESTHER De Belgen zijn gewonnen, moederke!

 

NATHALIE …Met hoeveel?

 

ESTHER Met vier nul, moederke, vier nul!

 

NATHALIE Héél goed! ( gaat weer over in prevelen met de paternoster)

 

ESTHER (zet zich aan de gammele tafel en begint neuriënd aardappelen te schillen)

 

KAREL (komt ruw binnen, schopt z’n klompen uit en zet zich nors op een andere stoel aan het tafeltje)

….Hou op met dat geneurie, wijf! Ge maakt mij daar nerveus mee! Mijn haar valt daar van uit! (neemt een

grote pluk haar vanonder z’n pet uit)

 

ESTHER (zonder opkijken) Dag boer! Hoe was’t op ‘t veld?

 

KAREL Op’t veld?…Zwijg me d’r miljaardenondedju van!

 

ESTHER (devoot kruisteken) Boer, ge moet zo niet vloeken! Ge misnoegt daar alleen maar onze lieven Heer

mee!…Was’t dan zo slecht op ‘t veld?

 

KAREL Niks groeit er op dat land!…Niks!

 

ESTHER Jamaar boer, hebt ge d’r wel iets op gezaaid?

 

KAREL (denkt even diep na, klopt dan op tafel) Miljaardenondedju! Ik wist dat ik iets vergeten was! Hoe

kan ne mens nu toch zo stom zijn?

 

ESTHER Tja, dat zit ‘m naar ’t schijnt in de genen é, boer! Het zijn de chromozonen én d’n

erfelijkheidsfactor die het I.Q. van de mens bepalen!

 

KAREL (Vuist op tafel) Alstemblieft é wijf! Ge moet mee zo geen dure woorden klappen als

erfelijkheidstractoren en zo van die zever...Ik ben n’een gewonen boeremens, en ik versta daar geen

botten van!...Miljaardenondedju!

 

NATHALIE (begint plots luidkeels te zingen) Als het gras twee kontjes hoog is, hela hie, hela ho...

 

KAREL(schiet als een razende recht) Ophouden!...Ophouden zeg ik! (geeft Nathalie een duw, zodat deze op

de grond valt)

 

ESTHER Maar enfin nu, boer. Ge moet toch zo hard niet zijn voor dat menske? Ze kan daar niet aan

doen! Ze heeft daar geen besef van!

 

KAREL Ja, dat weet ik! Maar het werkt geweldig op mijn systeem! En dan altijd van die vuile liedjes!

 

ESTHER Allee kom nu, boer! Zo erg is dat toch niet? Ons vader, daar is’t véél erger mee gesteld!...Al

zevenentwintig jaar in de coma, ocharme toch...

 

KAREL Daar hebt ge tenminste geene last mee! En ’t feit dat g’em al zevenentwintig jaar geen eten

moet geven, dat is ook goed meegepakt!

 

ESTHER Tja, da’s wel waar...Het enige wat ik er lastig aan vind, dat is wanneer dat ik moet uitkeren! Ge

kunt daar moeilijk aan vragen of dat hij z’n voeten wilt opheffen!...Boer? Zoud ge seffes nog ’s willen...ge

weet wel...

 

KAREL (zucht) Wééral?....Allee, vooruit dan!

 

Karel heft de benen van Fluppe op, Esther neemt haar keerborstel en veegt het stof weg...Karel laat de benen van Fluppe weer vallen en Fluppe geeft Karel meteen een schop tegen z’n achterwerk.

 

KAREL Miljaardenondedju!...Is’t weer van dat , ja?

 

ESTHER Och, dat is gewoon een zenuw die ontspant! Dat komt wel meer voor bij mensen die al

zevenentwintig jaar in de coma liggen!

 

Gaan beiden weer aan tafel zitten

 

KAREL En dan die zetel die hij al zevenentwintig jaar in beslag neemt, is dat écht nodig? We kunnen hem

evengoed op de grond zetten!

 

ESTHER Dat kunt ge toch niet gaan doen é boer? Wat gaan de mensen daar van denken?...Weet ge wat we

zullen doen? We zullen hem in de zomer buiten zetten, op d’n dorpel! En als’t regent, dan hangen we d’r een

stuk plastic over!En misschien kunnen we hem nog leren blaffen ook!...Wat peinst ge d’r van, boer ?

 

KAREL Da’s miljaardenondedju een heel goed gedacht! Dan heb ik tenminste mijne zetel terug!

 

FONS (komt ruw binnen, schopt z’n klompen uit, mompelt) Goeienavond (Zet zich bij aan tafel)

 

ESTHER Dag zoon ! Hoe was’t op ’t veld?

 

FONS Zwijg me d’r miljaardenondedju van, moeder!

 

KAREL (vuist op tafel) Hier wordt miljaardenondedju niet gevloekt! Hebt ge dat goed verstaan?

 

FONS Jaja...

 

KAREL (vuist op tafel) Ja “wie” ?

 

FONS Ja, vader!

 

ESTHER En, zoon ? Wat was er dan zo slecht op ’t veld ?

 

FONS Er groeit daar niks, moeder! Niks! Nada! Nothing!

 

KAREL (vuist op tafel) Hier wordt miljaardenondedju Vlaams geklapt, en geen Frans! Compris ?

 

FONS (zucht) Jaja, vader!

 

ESTHER Het feit dat daar niks groeit é, zoon, is dat uw vader vergeten is van d’r iets op te zaaien!

 

KAREL (vuist op tafel) Zeg, alstemblieft é, wijf! Moete gij mijaardenondedju nu altijd over zo’n

onnozeliteiten zitten zagen? Zorgt er liever voor dat die patatten geschild zijn! Ik heb

honger!...Miljaardenondedju!

 

ESTHER (geduldig) Ik ben er mee bezig, boer! Ge moet u zo dik niet maken!

 

KAREL (Betast automatisch z’n buik)

 

ESTHER( Begint neuriënd verder te werken, stopt prompt na een veelbetekenende blik van Karel)

 

FONS Zeg, moeder?

 

ESTHER Ja, zoon ?

 

FONS Het is nu niet voor ’t één of ’t ander, maar waarom ligt ons bomma daar eigenlijk op de grond?

 

ESTHER Ons bomma?...Ochot, ja, da’s ook waar! Dat arm schaap! Uw vader heeft die laten vallen!

 

FONS Ik zal ze dan maar oprapen zeker?

 

ESTHER Ja, jongen, als’t zou kunnen, merci!

 

FONS (Sarcastisch) Doe vooral geen moeite, vader! Forceer u maar niet! (Helpt Nathalie recht, kwakt ze

onorthodox weer in haar schommelstoel) Voilà, bomma! Ge zijt weer gestationeerd!

 

NATHALIE (slaat met haar paternoster) Hela, smerigen Duits! Gij moet met uw poten van mijn lijf blijven!

 

FONS Ik ben geenen Duits, bomma! Ik ben Fons !

 

NATHALIE Frits ?

 

FONS Nee, “Fons”!...Uwe kleinzoon!

 

NATHALIE Gij zijt ne stinkende Mof! Ik riek het!

 

FONS (Geeft Nathalie een duw, zodat ze andermaal op de grond terecht komt)...Voilà! Als ge mij “zo”

noemt, blijft dan maar liggen! (zet zich weer aan tafel)

 

 

 

 

 

 

Bedankt en tot ziens.

2002

Personages

Sabientje          een kloosterzuster

Kelly                  een bedelaarster

Nathalie            een grootmoeder

Esther               een boerin

Katrien              een boerendochter

Leo(ntien)          De voorzitter M/V

Oktaaf              een baron

Fluppe               een grootvader

Karel                 een boer

Eddy                  de toneelmeester

Fons                  een boerenzoon

 

 

 

Bezetting: 5 dames—6 heren

 

Nadat meneer de voorzitter een spontane vakbondsactie van zijn spelers weet te ondermijnen, maken we kennis met een arme, marginale boerenfamilie… De boerin is overdreven Godsvruchtbaar, de boer vloekt aan honderd per uur, de zoon is ongelooflijk snel verliefd, de dochter is  te zwanger om waar te zijn,  bomma is plezant zot, bompa ligt redelijk in de coma, zuster Frigide verzuipt duvels in een jeneverfles, de Pastoor heeft iets met groene selders, de bedelaarster beïnvloed de chromozonen, de bok geeft ongevraagd melk, de baron zal zijn zaad duur verkopen, de facteur speelt niet mee en de toneelmeester vindt van wel!… En dan is er ook nog iets met een Leuvense stoof!…Bij voorkeur te spelen, vóór de anderen!

 

“Wie niet ontroerd raakte door meesterwerken als ‘Boerenpsalm’ en ‘Het gezin van Paemel’, zal bij het zien van dit boerendrama zeer zeker een traan wegpinken.  Maar dan zal het eerder van het lachen zijn.”

 

 

 

Een creatie van De Vitamientjes (Vilvoorde) in 2003.

Verdere opvoeringen:

2004:

· De lustige vrienden—Blankenberge

· Stedelijke humaniora—Dilsen

 

2005

· Emblem

 

2006

· Trees—Rollegem

 

2007

· Pulhoeveke—Wommelgem

· Nieuw Asseneeds Toneel—Assenede

 

2008

· Amatogo—Wuustwezel

 

 

Nieuw Asseneeds Toneel 2007

Toneelkrin ‘Steeds Beter’ - Terlanen

Januari 2009