|
De koning van Bourgondië 2003 |
Bezetting: 5 ŕ 6 dames, 5 ŕ 6 heren.
Zwezerick en Lancelot, enerzijds de linker en anderzijds de rechterhand van koning Arthur hebben als taak hun vorst met lijf ende leden te beschermen tegen den bloeddorstigen vijand. Ondanks hun vakkennis omtrent wapengekletter moeten zij het afleggen tegen de vrouwen die continu hun ridderlijk pad kruisen. Merlijn, de tovenaar, helpt zo nu en dan een handje door iets uit te vinden wat nog niet uitgevonden was. Samen smeden ze als koene strijdmakkers een drastisch plan om de koning zijn grote liefde te laten wederkeren. De kuisvrouw draagt ook haar steentje bij, evenals madam Zizoe en Welgevormde Bizon. James, de butler, zorgt op tijd en stond voor de nodige leveringen. Al deze dolle dwaasheden spelen zich af op het beroemde slot van Camelot.
“Deze klucht is samen met “De roze ridder” en “De maagd van Vogelezang” het derde uit een drieluik van geschifte ridderverhalen. Het mooie is, dat de drie stukken niets met elkaar gemeen hebben. Zo krijgt u materiaal voor drie producties!…Handig toch?” |
Tafereel 1 Fade-in podiumlicht. Arthur, Zwezerick en Lancelot zitten te kaarten aan de ronde tafel… LANCELOT Neemt u mij niet kwalijk, Sire, maar wat was er nu weer troef? ARTHUR Klaveren is troef, Lancelot! Het is alras de derde keer dat gij mij deze vraag stelt!…Neemt gij het kaartspel wel ernstig ende serieus? LANCELOT Zeer zeker, Sire!…Wat zouden wij hier anders moeten doen? Met onze edele duimen zitten draaien ? ZWEZERICK Zeer wijs gesproken, ridder Lancelot!…Ik pas! ARTHUR Het zijn inderdaad zeer kalme momenten, zo tegen het eind van het oorlogsseizoen! Ik pas ook! LANCELOT Het wordt tijd dat er hier weer eens wat gebeurt! Mijn zwaard kriebelt in den schede, en ik pas ook! ARTHUR (Gooit de kaarten met een smak op tafel) Vermaledijd! Dat is nu alras den twaalfden keer na elkaar dat iedereen past! Dit kaartspel lijkt wel betoverd ende behekst! ZWEZERICK Rustig, Sire! Gij hoeft niet zo snel van uwen stapel te lopen! Hier is geen hekserij in dit kaartspel! De oorzaak van ons veelvuldig passen is van een geheel ander allooi!…Ik heb mij door éne minnestreel laten vertellen dat ge om te wiezen met vier stoere manspersonen moet zijn! ARTHUR Miljardenordervermaledijd ! Als ik dat nu geweten had! Net nu ik al mijn manschappen naar de Pyreneeën heb gezonden om aldaar tegen de Pruisen te strijden! MERLIJN (Komt mompelend binnen met een glazen pot waar rook uit komt, merkt de anderen niet op)… ARTUR (Luid) Ha, Merlijn ? MERLIJN (Schrikt zo hevig dat hij de bokaal bijna laat vallen)…S…Sire?…Wat doet gij hier ? ARTHUR Ik woon hier, Merlijn! MERLIJN En, wat doe “ik” hier ? LANCELOT Die Merlijn toch! Altijd verstrooid! ZWEZERICK Net professor Gobelijn ! ARTHUR Gij hebt u zowaar weer van deur vergist, beste Merlijn!… En, wat voor een brouwsel zit er alras in dat potteken ? MERLIJN Wel, Sire, dit is…dit is…vermaledijd! Ik weet het niet meer! (Andere drie lachen)…Ik weet het weer! Het is een middel alswaarmede men kuisheidsgordels kan ontsluiten zonder dat men daar éne sleutel of éne slijpschijf voor nodig heeft! ARTHUR Dat is zowaar één schoon ende nuttig uitvindsel! Wat gaat gij daarmede aanvangen, beste Merlijn ? MERLIJN Wel, Sire, eerst en vooral zal ik daar één patent opnemen, zodat andere tovenaars niet met mijne pluimen kunnen gaan lopen! ARTHUR Dat is éne krachtige gedachtenwisseling, beste Merlijn! ZWEZERICK Beste Merlijn de tovenaar, zoud gij mij alras één staaltje van uwe wonderbaarlijke vloeistof kunnen bezorgen ? LANCELOT Voor mij ook één potteken, graag! Als het kleine zijn, “twee”! ARTHUR (Bonkt op tafel) Foei, foei ende foei! Ridders van de ronde tafel houden zich niet bezig met het chemisch ontsluiten van kuisheidsgordels! Een echte ridder bekijkt zijne eigen jonkvrouwe zoals hij de jonkvrouwe van een ander bekijkt! Is dat klaar ende duidelijk ? ZWEZERICK Neem ons niet kwalijk, Sire! Onze oestrogenen sloegen even op hol, maar we hebben ze alras weer onder onze ridderlijke controle! LANCELOT Inderdaad! Onze chromosomen zwommen naar onbekende oorden, maar we hebben ze weer stevig in het gelid kunnen krijgen! ZWEZERICK Trouwens, in éne maliënkolder of éne harnas gezeten is het voor sommige onzer lichaamsdelen éne zeer onprettige ervaring indien onze ridderlijke geest zich laat nederdalen naar beneden, als gij alras begrijpt wat ik wil zeggen ende bedoel! ARTHUR Ach, het is al goed! Wij praten er niet meer over!…Merlijn, ik stel voor dat gij in uw labo alras nog wat met uwe pottekes gaat spelen, dan kan ik met mijne ridders éne stevige ende ferme pint ledigen! MERLIJN Goed, Sire! Ik zal voor u iets proberen uit te vinden wat nog niet uitgevonden is! ARTHUR Ik hoop dat gij het vind! MERLIJN Dat vind ik er ook van ! (Af) ZWEZERICK (Roept hem na) Werk ze, Merlijn! ARTHUR (Staat op, gaat naar de muur waar een parlofoon hangt) James, drie kroezen brandewijn van één degelijk jaar, alstublieft!…En vergeet de nootjes niet! LANCELOT ( Roept) En, chips! ARTHUR En, chips! (gaat weer bij de anderen zitten) JAMES (Komt vrijwel onmiddellijk op met het gevraagde, behalve de chips. Hij is op en top gekleed als een negentiendeeeuwse butler met pitteleer, gestreepte broek en strikje)…(Hij spreekt een overdreven bekakt taaltje) Morgen, m’neer! (zet alles op de tafel) ‘blieft, m’neer!…Mag ik m’neer er attent op maken dat er zich een bedelaar heeft aangemeld in de vestibule . ARTHUR Zo zo, éne bedelaar! Hm… Geef hem één gebraden everzwijn , twintig zilverlingen , een busabonnement en een pay&go kaart! JAMES Neemt u mij niet kwalijk, m’neer, maar de bedelaar in kwestie heeft enkel “dorst”! ARTHUR Wel, kieper hem dan maar in de slotgracht, James! JAMES Zeker, m’neer, tot uw dienst m’neer! (statig af) De drie spitsen de oren en luisteren gespannen… We horen een kreet, daarna een plons! LANCELOT Wel, Sire, uwe goedhartigheid kent geen grenzen! ARTHUR Ach, beste Lancelot, ik kan éne arme dorstige bedelaar niet zomaar verder sturen. Daarmede zou mijn herte in tweeën breken! ZWEZERICK Sire, gij moet weten dat heel de wereld uwe persoon bejubelt omwille van uwe groothartigheid ende uwe kalmte! Vooral, uwe kalmte! ARTHUR (Bonkt op tafel, woest) Vermaledijd, vermaledijd ende shit! De twee anderen onmiddellijk recht met getrokken zwaard. LANCELOT Wat scheelt er Sire? Hebt gij iets verdacht opgemorken ? ZWEZERICK Hebt gij éne vijand gezien ? ARTHUR Neen!…James is de chips vergeten!…(weer naar de parlofoon) …James? Gij vermaledijde kluns! Gij zijt zowaar onze chips vergeten!…Hoe, gij hebt gene tijd ?…Achzo ? Gij zijt patatten aan het jassen ? Wel, stuur dan dat nieuwe kamermeisje maar!…Over ende out! Alle drie weer zitten aan de tafel… ARTHUR Dus, mijne heren, zoals ik eerder alras heb vermolden, éne echte ridder heeft enkel oog voor zijne eigen jonkvrouwe en raakt met gene vinger aan andermans goed! LANCELOT Goed! ZWEZERICK Goed ! Goddelieveken komt het vertrek binnen met een grote zak paprikachips, ze beweegt zich vrij lomp en heeft een kauwgom in de mond… GODDELIEVEKEN Yo, de mannen! Is dat hier dat er chips moest zijn ? (gooit de zak op tafel) ARTHUR Vermaledijd, gij franke vrouwe! Kent gij de regels der beleefdheid niet? GODDELIEVEKEN Nee! Ik ben maar van simpele boerenkomaf, en bij ons veegden wij daar vierkant ons gat aan ! LANCELOT Oh! Wat éne stoere taal! ZWEZERICK Wat éne heldhaftige vrouwe! ARTHUR (klopt op tafel) Heren! Peins aan datgene wat ik u daarnet heb verkondigd! (klopt op het achterste van Goddelieveke) Ga nu maar, poppemieken! Tot straks! GODDELIEVEKEN (knipoog) Tot straks, choe! (kontwiegend af) Lancelot en Zwezerick bekijken elkaar… LANCELOT Neemt u mij deze vrijpostigheid niet kwalijk, Sire, maar u hebt, naar ik meen zonet met uw hand…ik bedoel… ARTHUR (Blaft) Wat ? ZWEZERICK Wel, ik meen te begrijpen wat ridder Lancelot bedoelt! U hebt ons zonet verteld dat een ridder in geen geval éne jonkvrouw manueel mag beroeren, en daarnet heeft u zelf… ARTHUR (Blaft) Wat ? ZWEZERICK Eu…Niets, Sire… LACELOT En ik heb ook niets gezien, Sire! Wij hebben vast gedroomd! ARTHUR “Zo” moet ik het horen! (Opent de zak chips en begint overdreven gulzig te schrokken, biedt de anderen ook wat aan die met een voorzichtig handgebaar weigeren)… ZWEZERICK (Kijkt even op z’n uurwerk)… Hoe zou het met onze manschappen zijn in den woeligen strijd ? LANCELOT Ik heb er geen flauw idee van! Ik zal eens naar de Pyreneeën bellen! (Neemt een GSM en tikt een nummer)… Ik krijg geen verbinding! ZWEZERICK Dat hebt ge met die vermaledijde mobistar! Moest gij u alras bij proximus wagen, zoudt gij geen problemen hebben! LANCELOT Ik denk dat het probleem van een geheel andere aard is, ridder Zwezerick! Ik meen namelijk te weten dat er zich in de Pyreneeën geen GSM masten bevinden! ZWEZERICK Geen probleem, ridder Lancelot! Het toeval wil dat ridder Godfriet zijn laptop mee ten strijde heeft genomen, om alzo tussen de bloedige veldslagen door wat te kunnen surfen op het internet om daarmede d’n tijd te doden! LANCELOT Dŕt is pas een gelukkig toeval! Eu, Sire, mag ik u nederig om een klein verzoek verzoeken ? ARTHUR (Met volle mond) Verzoekt gij maar, beste Lancelot! LANCELOT Wel, zou ik even van uw koninklijke PC gebruik mogen maken? ARTHUR …Van mijn koninklijke WC ? LANCELOT Neeneen, Sire! Dŕŕr zou ik mij niet aan wagen! Ik zou alleen uw computer even willen gebruiken, indien u mij dit toe staat! ARTHUR Doe maar gerust, beste Lancelot! Dat ding staat hier toch alleen maar voor den sier! Ik heb daar toch geen verstand van! Ik speel daar enkel maar zo nu ende dan éne stevige partij patience op! Trouwens, van die windows dertienhonderdvijfentwintig snap ik geenen bal! LANCELOT Veelvuldig maal dank, Sire! (Begeeft zich naar de PC) ZWEZERICK Mag ik u vragen wat uw snode plannen zijn, ridder Lancelot? LANCELOT Zeer zeker, ridder Zwezerick! Ik ga namelijk éne e-mail sturen naar onze manschappen om alzo d’n uitslag van den strijd te weten te komen! ZWEZERICK Wat één schrander ende sluw gedacht, beste Lancelot! Vindt gij dat ook niet, Sire ? ARTHUR (Mompelt iets onverstaanbaars met overvolle mond) LANCELOT (Begint een tekst te tikken)…Vermaledijd!…Eu, ridder Zwezerick, het woord “strijd” schrijft men dat met éne t of met éne d ? ZWEZERICK Hmmm…Woordenschat is niet mijnen sterkste kant! Als ridder ben ik meer gespecialiseerd in strategie en oorlogsvoering!…Maar, weet ge wat ge moet doen, ridder Lancelot ? Schrijf het woord met dt! Zo is het altijd bijna juist! LANCELOT (Tikt verder, tong tussen de tanden)…Voilŕ!…En nu hoeven wij slechts te wachten op éne replay ! Beiden weer aan tafel… ARTHUR (Kinderlijk opgewonden) Oh, kijk! Beide ridders weer recht met getrokken zwaard. ZWEZERICK Wat is er, Sire ? Hebt gij door uw koninklijk reukorgaan onraad geroken ? LANCELOT Moeten wij uw lijf ende uwe leden beschermen met ons eigen bloed ? ARTHUR Neenee, ridders! Mijne kreet van opwinding had éne geheel andere oorzaak! Ik ben namelijk tot de koninklijke conclusie gekomen dat er alhier in deze zak chips éne flipo verborgen zat! LANCELOT Ene flipo ? Wauw! Bangelijk! ZWEZERICK Keineig ende megatof! ARTHUR Oh, kijk! Het is Athilla, de Hun! Die had ik nog niet! LANCELOT Neemt u mij niet kwalijk, Sire, maar ik meen dat u Athilla al in uwe verzameling had! Met andere en niet mis te verstane woorden, gij hebt hem thans dubbel! ARTHUR Vermaledijd! Dan is al mijne opwinding ende mijne enthousiasme voor niets geweest! LANCELOT Met uw goeddunken wil ik hem verwisselen voor Ambiorix! ARTHUR Hm…Als ik Maradonna er ook bij krijg kunnen wij alras éne compromis sluiten! LANCELOT Dat is éne deal! (Wisselen de flipo’s) GENEVIERE (Komt met een lang gezicht het vertrek binnen) Ah ? Hier zit ge ? Beide ridders vallen op één knie en buigen het hoofd… ZWEZERICK Weledele geprezen koningin Genčviere, het is mij éne eer ende één zwaar genoegen in uw stralend ende zonovergoten gezelschap te mogen vertoeven! GENEVIERE (Tot Zwezerick) ’t Is al lang goed met uwe zever, onnozelaar!…(Wrijft over het hoofd van Lancelot) Ha, Lancelotteke, mijn klein protteke!…(Zuur tot Arthur) Zit ge weer brandewijn te zuipen en chips te vreten ? De alchimist heeft duidelijk gezegd dat ge op uwe cholesterol moet letten! ARTHUR Maar, lieve gemalin toch, gij weet dat ik alras… GENEVIERE Tuur, ge moet mij niet tegen spreken! Geef die zak chips hier! ARTHUR Jamaar… GENEVIERE Tuttut, gene zever! Afgeven! (rukt de zak uit z’n handen)… En geef me nu maar uw visakaart! ARTHUR Mijn…Mijne visakaart ? Maar, lieve gemalin, waarom dan ? GENEVIERE Omdat ik subiet wil gaan winkelen, pannenkoek! Vooruit, afgeven! (rukt de kaart uit z’n handen)…(wrijft weer over het hoofd van Lancelot) Dag Lancelotteke, mijn klein protteke! (Gaat zonder ommezien, chips knabbelend af) ARTHUR (Blaast) Oef! Daar zijn wij nog goed ende geheelhuids vanaf gekomen! Éne vrouwe is zowaar nog erger ende gevaarlijker dat het grootste leger! De twee ridders weer aan de tafel… JAMES (Plots op, blaast op een trompetje, beide ridders schieten weer recht met getrokken zwaard)…M’neer, het is om u het volgende te melden: “You got mail” ! (Blaast weer op het trompetje en gaat statig af) Beide ridders schieten gelijktijdig naar de computer… LANCELOT Vermaledijd! Het is éne e-mail van ridder Godfriet vanuit de Pyreneeën! ZWEZERICK (Ongeduldig) En ? Wat e-mailt hij ? LANCELOT Eu…Blablabla…Hoera, hoera ende hoera! Onze manschappen hebben gewonnen! Ze hebben de Pruisen verslagen! ARTHUR Wis ende waarachtig ? En, met hoeveel ? LANCELOT Met vier nul! ZWEZERICK Dan staan wij nu tweede in de rangschikking! ARTHUR Vermaledijd, dat strijden wij het volgende seizoen zowaar Europees ? LANCELOT Zeer zeker, Sire! Misschien zelfs in de champions league ! ARTUR Oh, eindelijk gaat mijnen koninklijken droom in vervulling! Wij zullen alras tegen de grootsten strijden! ZWEZERICK Tegen Lodderwijk de veertiende! LANCELOT En tegen patatfriet van Bouillon! ARTHUR En tegen Willem van Oranje! Éne waarachtige, ouderwetschen België-Holland! Kruisen alle drie broederlijk de zwaarden… ALLE DRIE (Zingen) Jupiler! Mannen weten waarom! |
Een creatie van Hoger-Op—Stassesgem, 2007.
|
Personages
ARTHUR (gediplomeerd koning) een viswijf, een jonkvrouwe met skateboard, enkele personages in lompen gekleed (ev.kinderen)… Verder vrij aan te vullen |