De maagd van Vogelezang

2000

Bezetting: 5 à 6 dames, 5 à 6 heren.
 

De drie ridders, Balderick, Halewijn en Godfried , gaan op zoek naar de burcht van Vogelezang, om aldaar ene maagdelijke jonkvrouwe te kidnappen. Op hun dolle tocht trotseren zij menig gevaar en komen ze oog in oog te staan met de heks van het woud. Gelukkig zijn er de goede fee en de in een koekoek betoverde ridder Loncelat die tijdig redding brengen!…Uiteraard krijgen we niet alleen het verhaal! Er is ook nog datgene wat zich afspeelt buiten de eigenlijke opvoering. Zo hebben we Magda, de overbezorgde en hypernerveuze regisseur, Firmin, toneelmeester en stand-in voor diverse flutrolletjes, en Walterke, een behoorlijk geflipte aankondiger!…Oh ja, er is ook nog de souffleur!…Voor één keer krijgt hij(zij) meer tekst dan de spelers zelf!…Een billenkletser mét garantie!

 

“Dit stuk is een samenraapsel van goed uigebalanceerde onzin, complete nonsens en hilarische slapstick. Je hoeft niet zo nodig zelf geschift te zijn om het te spelen, maar het helpt wel een beetje…”

SWA:                         Halt, kameraden! (Hij stopt, de anderen botsen tegen hem op)... Vanaf hier zetten wij onze reis te voet verder!

ALBERT:                    Een zeer nobel en sluw gedacht, ridder Balderick!

JOS:                         Niets is minder waar, ridder Godfried ! Te voet gaat immers ook, als het moet!

ALBERT:                    Waarachtig, ridder Halewijn! Met de trein, zou je er al zijn !

SWA:                         Vrienden, wij zullen alhier ons strijdros aan deze boom binden, en... Miljaarde miljaarde miljaarde ! (roept) Firmin ?

FIRMIN:                  (hoofd door coulissen) Wat is’t ?

MAGDA:                  (hoofd boven dat van Firmin) Swa, alstemblieft é zeg! Ge moet het spel toch niet onderbreken ? We zitten al kweet niet hoeveel minuten achter op’t schema!

SWA:                         Ja, luister é Magda! Als wij ons paard hier aan n’een boom moeten binden, dan moet er eerst en vooral n’een boom staan!

ALBERT:                    Da’s heel just!

JOS:                          Ge kunt moeilijk op een deftige manier toneel gaan spelen als de helft van uwen decor er niet staat!

MAGDA:                    Enfin nu, Firmin! Waarom staat dienen boom daar nu niet ?

FIRMIN:                 Tja, omdat ik ‘m vergeten te zetten ben zeker é Magda ? Is dat nu zo’n ramp ?

MAGDA:                  Ja, dat is zeker een ramp! Als ge responsabel zijt voor n’een decor, dan moet g’er ook voor zorgen dat alles compleet op ‘t juiste moment én op de juiste plaats staat!

FIRMIN:                  En waarom is die kartonnen boom dan zo belangrijk ?

SWA:                        Om ons paarden aan vast te binden natuurlijk !

SOUFFLEUR:           (proest het uit) Paarden...

FIRMIN:                 (overdreven) Aaah jaaaa...De paarden! Natuurlijk! Stel u nu ‘s ne keer voor dat die beesten gaan lopen!

ALBERT:                  Firmin, doe nu niet onnozel, en zorg er voor dat die boom daar staat!

FIRMIN:                 En, wat zouden de heren willen ? N’een appelboom,  een pereboom, een pruimenboom, ge zegt maar!

MAGDA:                    Allee, Firmin! We zijn met een opvoering bezig é!

FIRMIN:                  Jajaja, ‘t is al lang goed! (op met boom)...Voila! Plant een boom! Content?

SWA:                        Merci!

FIRMIN:                  ‘t Was van ‘t minste! (af)

SWA:                        Allee, ik herbegin! (zet zich in houding)...Eu...

SOUFFLEUR:           Vrienden, wij zullen, enzoverder enzovoort!

SWA:                         Vrienden, wij zullen, enzoverder enzovoort, ons strijdros alhier aan deze boom binden!

ALBERT:                  Gij hebt gelijk, ridder balderick! Dit terrein is veel te ruw en te onontgonnen voor de tedere poten van...

SOUFFLEUR:           De “tere” poten! Niet de “tedere” ! (mompelt) stommerik!

ALBERT:                   Excuseer...Dit terrein is veel te ruw voor de tere poten van ons edel rijdier!

JOS:                          Inderdaad!...eu...Kameraad !

SWA:                         Zie daar, vrienden! Ginds achter die woeste rotsen verschijnt het wazige silhouet van de toren van de burcht!

STAREN ALLEN INGESPANNEN IN DE VERTE...FIRMIN STEEKT Z’N HOOFD DOOR DE COULISSEN EN AAPT DE ANDEREN NA...WORDT DOOR MAGDA WEER TOT DE ORDE GEROEPEN...

ALBERT:                    Wàt een toren!...

JOS:                          Wàt een bouwwerk!...

SWA:                        Zeg dat wel, kameraden! Dàt, is de burcht van vogelezang!

ALBERT:                    Oeioei!

JOS:                          Aiai!

SWA:                         Merk ik daar nu geen angstige capriolen in uw stemorganen, beste collega’s?

ALBERT:                  Wel, ik moet toegeven, ridder Balderick, dat ik niet bepaald sta te springen om deze gevaarlijke burcht te benaderen!

SWA:                        En, wat bedoelt gij daarmee, ridder Godfried ?

ALBERT:                  Er gaan zo van die geruchten de ronde dat reeds vele koene ridders gepoogd hebben deze vesting te benaderen, maar dat zij steeds zonder armen en benen, en zelfs sommige zonder hoofd zijn huiswaarts gekeerd!

SOUFFLEUR:           Huiswaarts zijn gekeerd! Ge haalt alles door mekaar!

ALBERT:                    Huiswaarts zijn gekeerd! Is’t zo naar uw goesting ?

SOUFFLEUR:           Perfect !

SWA:                         Maar mijn beste ridder Godfried toch! Dat zijn toch maar geruchten ?...Wat peinst gij er van, ridder Halewijn ?

JOS:                          Wel, ridder Balderick, ik moet toegeven dat ridder Godfried gelijk heeft! Ik heb deze verhalen ook gehoord, en ik kan een waarlijk angstgevoel bijgevolg niet of nauwelijks onderdrukken!

SWA:                         Maar vrienden toch! Wij zijn ridders en geen schildknapen! Wij gaan ons toch niet storen aan een beetje boeren bijgeloof ?

ALBERT:                  Ach, ik weet het nog zo niet...Ik krijg zo’n vochtig voorgevoel, vanonder aan mijn maliënkolder!

JOS:                          Misschien kunnen we toch beter naar onze domicilie wederkeren, enkele stevige kroezen brandewijn naar binnen kappen en alzo deze hele zaak vergeten!

SWA:                        Gij zijt toch niet bang, ridder Halewijn ?

JOS:                          Wat ? Ik bang ?...Weet gij wel wie er hier voor u staat, ridder Balderick ?...   

Ik heb in mijn loopbaan al reeds tientallen draken verslagen! Ik heb zelfs nog gestreden op de Groeningenkouter in twaalfhonderd en twee !

SOUFFLEUR:           “Dertien honderd en twee” !...(mompelt) Steenezel...

JOS:                          Juist, ja!...Ik zei dus, ik heb nog gestreden op de Groeningenkouter in dertienhonderd en twee, aan de zijde van Pieter Breydel en Jan de Ceuninck!...En dan durft gij te beweren dat ik bang ben ?

SWA:                         Ach, zo heb ik het niet bedoeld, ridder Halewijn ! Ik wil alleen maar zeggen dat het zeer zeker de moeite zal lonen, indien wij ons plan verder uitwerken!

ALBERT:                  Nu vraag ik mij wel af waarom wij met drie zijn om één enkele maagd te kidnappen ! Stel nu dat wij ze te pakken krijgen, wie gaat ze dan mogen bezitten ?

SWA:                         Wij zijn inderdaad met drie voor slechts één maagd! Zéér goed opgemorken, ridder Godfried!

SOUFFLEUR:           “Opgemerkt”, zult ge wel bedoelen zeker ? (mompelt) Barbaar...

SWA:                       Jajaja, “opgemerkt”! Souffleert wanneer dat ge moet souffleren, en niet voor prullen!...Bon!...Eu...Dan zijn wij eigenlijk met twee ridders te veel!

JOS:                          Zéér juist wat gij daar komt te beweren, ridder...eu...dinge...

FIRMIN:                  (even hoofd door doek) Ridder Zwezerik !

SOUFFLEUR:          Nee onnozelaar! Ridder “Balderick” ! En hou in’t vervolg uw stom koppeke achter uw gordijn! Flauwe plezante!

MAGDA:                    (off) Firmin, alstublieft é !

FIRMIN:                  (off) Oeioeioei...Als ge nog niet meer moogt lachen ook...

SOUFFLEUR:          Hou uw klep toe!....Bon, waar waren we nu ?...Eu...Ah ja! Zéér juist wat gij,blablabla enzovoort! Jos, ‘t Is aan u !

JOS:                          Zéér juist wat gij daar komt te beweren, ridder Balderick! Wij kunnen toch moeilijk één enkele maagd in drie evenredige delen gaan delen ?

SWA:                         Natuurlijk niet, broeders!...Luister! Eens wij de maagd bezitten, zullen wij een tombola organiseren!

ALBERT:                    En wie prijs heeft mag haar dan hebben ?

SWA:                        Wis en waarachtig, ridder Godfried!

WALTER:                (plots op met een tuimeling, zet zich triomfantelijk midden voor, de anderen wijken...) En dit, was het eerste tafereel !

JOS:                          Maar enfin nu ! We zijn wij toch nog niet klaar ?

WALTER:                 ...Nee ?

SWA:                        Bijlange niet! Ge zijt véél te vroeg op!

WALTER:                 Ik te vroeg op ? Ik ben pas om half tien opgestaan...

ALBERT:                    Te vroeg op de scene bedoelt hij! Stommerik!

MAGDA:                  (hoofd door gordijn)  Walter, alstublieft zeg! Wilt g’is maken dat ge sito presto terug hier staat ?

FIRMIN:                 (hoofd boven dat van Magda) “Ik” zal wel zeggen wanneer dat g’op moet!

WALTER:                Maar enfin nu! Dat speelt toch allemaal geen rol ? Er zitten toch geen mensen in de zaal?...(iedereen bekijkt iedereen)...Wat is dan ‘t probleem ?

FIRMIN:                 (even op, neemt Walter bij de coll) Vooruit ! (duwt hem af, tot de anderen) Niet te veel op letten! Ik zal ‘m wel in’t oog houden!...(af)   

SOUFFLEUR:          (zucht) Er zijn er die voor minder in’t zothuis steken...Allee, we gaan voort! We waren aan...Zeg, Magda ?

MAGDA:                    (staat nog steeds door het gordijn te kijken) Ja ?

SOUFFLEUR:          Nu moogt ge reggiseur zijn zoveel als ge wilt, maar dàt staat bij mijn weten toch niet in’t scenario?

MAGDA:   .                ..Hoe ?...Wat ?...

SOUFFLEUR:           Het is niet de bedoeling dat uwe kop nog door die gordijn steekt!

MAGDA:                    Oeps!...Sorry! (hoofd weg)

SOUFFLEUR:           Alabonheur!...We waren aan...eu...Wis en waarachtig!

SWA:                         Ah ja!...Wis en waarachtig, ridder Godfried ?

ALBERT:                  Dàt lijkt mij een faire deal! Laat ons als volgt te werk gaan! We werpen een gouden dukaat in de lucht, en als hij plat op de grond valt, is de maagd voor mij! Valt hij daarentegen op z’n kant, of blijft hij in de lucht zweven, dan is de maagd voor één van u beiden! Akkoord ? (DE ANDEREN BEKIJKEN ELKAAR)

SWA:                         ...Hier klopt iets niet, ridder Godfried!

JOS:                          Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat ridder Balderick en ikzelf bij deze methode lichtelijk benadeeld worden!

SWA:                        Inderdaad! Ik stel voor dat wij gewoon “strooitje” zullen trekken!

JOS:                         Een goed idee, ridder Balderick!...Helaas groeit er geen stro in dit woud!

ALBERT:                    Dan zullen wij een andere methode moeten vinden!

SWA:                        Inderdaad! De vraag is echter, wélke ?

JOS:                          Laat ons allen eens stevig napeinzen!

STAAN ALLEN INGESPANNEN NA TE DENKEN...

ALBERT:   (                plots) Ik weet het! We zullen als ridders om haar vechten!

SWA:                       Dàt is nog eens een nobele gedachte! (trekt z’n zwaard) Kom maar op!

ALBERT:                    Rustig, rustig, ridder Balderick! Sraks bezeert gij u nog!

JOS:                          Gij moogt niet zo snel van uw stapel lopen, ridder Balderick! Wij zullen pas om haar strijden wanneer we haar te pakken hebben gekregen!

ALBERT:                    Zeer juist! Steek uw zwaard dus maar terug in de schedel!

SOUFFLEUR:          Maar enfin, hoe is dat nu toch mogelijk zeg ? In de “schede” ! Zónder “L” ! Knuppelkoek!

ALBERT:                  Ah ?...Bon!...Steek uw zwaard maar terug in de schede!...Zonder “L” !

PLOTS EEN MUZIEKJE...NELE, JENNY EN BERNADETJE KOMEN OP IN EEN WAGGELDANSJE, DOEN EEN RONDJE ROND DE SCENE EN GAAN WEER AF...MUZIEKJE OUT-FADEN...DE HEREN STAAN ELKAAR VERWONDERD TE BEKIJKEN...

SOUFFLEUR            Maar allee nu ? Wat was dàt nu weer een klucht ?

JOS:                          ‘k Weet niet...

ALBERT:                    ...We hebben hier het laatste nog niet meegemaakt, mijn gedacht!

SWA:                        Hela ?...Magda ?...Firmin ?...

HOOFD VAN MAGDA DOOR HET GORDIJN, DAT VAN FIRMIN ER BOVEN.

MAGDA:                    Wat is er nu weeral ?

SWA:                         Tja, ‘t is nu niet voor ‘t één of ‘t ander é, maar wat kwamen die drie soepkiekens hier nu op de scéne doen ?

MAGDA:                    Was dat niet schoon misschien ?

JOS:                          Enfin Magda zeg! Wij zitten hier volop in d’ontknoping van de scene, en ineens komen er hier een paar een eendedanske doen ?

ALBERT:                    Dat staat toch zo niet in’t scenario ?

MAGDA:                    Ik heb dat daar in  laatste instantie nog aan toegevoegd!

SOUFFLEUR:           Ah tiens ? En wij moeten daar toevallig niet van verwittigd worden?

MAGDA:                    Ik zou niet weten waarom ?

FIRMIN:                 Héél just! Als regisseur heeft ons Magda het volste recht om wijzigingen aan’t scenario door te voeren waar en wanner dat haar dat past! Zij moet daar aan niemand de prommisie voor vragen!

JOS:                          Ah ja ? Dan moet ge mij nu is vertellen waarom dat volgens u dat onnozel gedoe vandoen was!

FIRMIN:                  Awel, eu...Tja, dat weet ik eigenlijk ook niet!...Magda ?

MAGDA:                  Awel, door ‘t feit dat er gedurende heel dat eerste tafereel nagenoeg geen vrouwen op de scéne staan, vond ik het een schoon gedacht om de drie dames in kwestie effekes in beeld te laten komen, zodat het publiek vroegtijdig kon kennis maken met de actrices die nog niet opgeweest waren! Verstaat ge’t ?

 

Een creatie van Sint Jansgilde (Langemark) in 2002.
Verdere opvoeringen:
2002
*  Oksal,  Antwerpen     
* Gildebroeders, Bierbeek    
* Nieuw Aspers toneel    
* Oud BJB ,Berlaar     
* Kunstmin, St.Katelijne Waver   
* LIEF en leed, Linter,  

   
2003
* Theater Decolté,Merelbeke.   
2004


* Winkels amateurtheater, Sint kruis winkel
*Goe weere an de zuid, Gent
*???, Belsele


2005
*???, Wulpen
* ???, Herfelingen


2006
* Cauci, Kalken

*Iverige Jockheit—Sont-Martens –Latem

 

2007

*Podium—Lovendegem

*? - Sint-Amandsberg

 

2008

*kwb—Wechelderzande

* ‘t Klaverblad—Herentals

Tekstvak: Personages

NELE: en maagdelijke jonkvrouw
JENNY: de heks van het woud
BERNADETJE: de goede fee
JOS: Ridder Halewijn
SWA: Ridder Balderick
ALBERT: Ridder Godfried
WALTER: geflipte nar
MAGDA: regisseur
FIRMIN : toneelmeester
SOUFFLEUR