Diner voor 12 plus 2

2005

Bezetting: 1 dame – 13 heren.

 

Twaalf mannen, laat ons ze apostelen noemen, wachten vol ongeduld op de komst van hun baas die (toevallig) Jezus heet. Deze geeft een dineeke voor z’n gasten! Enfin, dat was toch de bedoeling, want hoe vervelend als blijkt dat de gastheer niet komt opdagen. Hij zou naar verluid gesignaleerd zijn in het hofke van olijven in het frivole gezelschap van een mamzelleke van bedenkelijke zeden…Het zijn uiteraard maar gissingen! We mogen niet te snel aan onze conclusies trekken! Doch, wachten en honger staan in schril contrast tot elkaar en de frustratie groeit zienderogen. De tomatensoep met ballekes wordt koud en de kroketjes liggen te ontdooien. Ene zekere Matthéüs schrijft alles op. Hij wil een boek schrijven. Het “testament” of zoiets…En wat zit die Judas daar toch altijd met z’n gsm te prutsen? En die andere rare kwast, die Petrus, die Paus zonder tiara, waarom is die zo snel op z’n tenen getrapt?...En waarom gelooft die Thomas nooit iets?..Kunnen vrouwen dan werkelijk de geschiedenis bepalen?...

 

“Waar mensen ook in geloven, hoeveel status ze ook hebben verworven, het blijven doorgaans egoïstische ettertjes die elk, individueel met hun “ding” bezig zijn!  Een kolderiek, menselijk herkenbaar allegaartje.”

Een creatie van De Toontjes, Orsmaal in 2007.

Personages:


Petrus
Andréas
Jacobus
Johannes
Filippus
Bartholoméüs
Thomas
Matthéüs
Simon
Judas
Thaddéus
Paulus
Jezus
en…Maria Magdalena…

Tafereel 1

De twaalf zitten  zenuwachtig rond de tafel. Ze wachten duidelijk op iets…of op iemand?

PAULUS                                   Waar blijft ‘m toch, waar blijft ‘m toch?

JUDAS                                     Awel, daar krijg ik nu zo’n dikke stenen kloten van!

PETRUS                                    Judas, alstemblieft! Uwe vocabularium!

JUDAS                                   Jamaar, ’t is toch waar é, Petrus! Als ge zegt we eten om zeven uur, wie is er dan niet? “Hij” natuurlijk weeral!

PETRUS                                  “Hij” is toevallig wel onze patron! En daarbij, er is toch geen haast bij? We moeten wij toch nergens zijn?

PAULUS                                 Nee, dat is juist! Maar ik vind het wel straf dat diegene die ons geïnviteerd heeft de enige is die niet komt opdagen!

THADDEUS                           Ach kom nu…Jezus zal gewoon ergens met een mirakel bezig zijn ofzo…

JACOBUS                              (Zeurt) Ik heb honger mannen! Mijnen buik plakt tegen mijne rug!

SIMON                                  (Enthousiast) Zal ik misschien de kroketjes al in’t frietvet leggen?

BARTHOLOME.                      Neenee, dan zijn ze steenkoud tegen dat Hij binnen komt.

SIMON                                  Jamaar, ik kan ze toch al een beetje voorbakken?

ANDREAS                              Nee Simon, nee! Ge moet geduld hebben!

SIMON                                  Ja zeg…

PETRUS                                  Hij zal nu wel snel hier zijn! Ge zult wel zien!

THOMAS                               Ik geloof er niks van!

PETRUS                                  Dat weten we, Thomas!

PAULUS                                 Zeg, Mattheùs?... Hallo?... Mattheùs?

MATTHEUS                           (Schrikt op) Watte?

PAULUS                                 Wat zit gij daar eigenlijk allemaal op te schrijven?

MATTHEUS                           (Fier) Awel, ik ben aan n’een boek bezig!

JUDAS                                   N’een boek?...Weeral?

Een beetje sarcastisch gelach

MATTHEUS                           Ge moet daar niet mee lachen! Dit boekske zou wel ne keer n’een bestseller kunnen worden!

De anderen proesten het weer uit…

PETRUS                                  (Kijkt in de aantekeningen van Mattheùs) Amai, dat zal nogal verkopen! “Ik bid” schrijft hij hier met dt!

Weer gelach…

MATTHEUS                           Ik bid altijd tot God! En als ik tot God bid is “Hij” vertegenwoordigt in de eerste persoon en ik slechts in de tweede, bijgevolg, ik bid met dt! Ge moet mij geen smoelen leren trekken en zeker niet als het op grammatica aankomt!

JUDAS                                   Allee gij…En , hoe gaat ge uwen boek noemen? Laat ne keer zien?...(proest het uit)…Het nieuwe testament!

Weer gelach…

MATTHEUS                           Dat is het vervolg op mijne vorigen boek!Een “sequel” noemen wij dat in vaktermen!

PAULUS                                 Welk vorig boek?

MATTHEUS                           Het oude testament, Slimmeke! Ge hebt er nog zelf aan mee geschreven!

PAULUS                                 Ja, om te zeveren…Daarbij, er is geen kat die dat boekske gelezen heeft, laat staan dat er van verkocht zijn!

MATTHEUS                           Geduld, Paulus! Levate!...De hedendaagse mensen begrijpen de culturele waarden van onze schrijfsels nog niet!

ANDREAS                              Mattheùs, alstemblieft é manneke! ’t Is niet omdat ge een paar jaar naar school geweest zijt en een diplommeke hebt van machinist, dat ge zo ne gecompliceerde woordenschat moet bezigen! Als ge gewoon klapt is’t voor ons al zot genoeg!

MATTHEUS                           Ik ben “germanist”, simpele duif, geene machinist!

ANDREAS                              Dat is’t zelfde!

PAULUS                                 Dat is niet ’t zelfde! Ne machinist, die bestuurt den trein, en ne Germanist, die…die zit erin…of zoiets ongeveer…

Plots telefoongerinkel, allen halen hun gsm tevoorschijn…  

JUDAS                                   (Nerveus) Eu…Sorry…’t Is de mijne…Met Judas…Wablieft? …Neenee, jaja…vijftig zilverlingen?... Een smske sturen?...Kussen?... Ah? “Hem” kussen?...Jaja, natuurlijk! Op mij kunt ge rekenen!...Goed! En doe de groeten aan de rest van uw bataljon!...Oké, ik laat wel iets weten! Saluutjes! Doehoei! (Haakt in…De anderen staren hem vragend aan)… Wat is er?... Zit er een duif op mijne kop of wat?

FILLIPUS                              Wie was dat, Judas?

JUDAS                                   (Kijkt onnozel rond)…Waar?

PAULUS                                 Aan uwen telefoon, Judas!

JUDAS                                   Ah?...Wel eu…dingske…

ANDREAS                              Dingske?

JUDAS                                   Ja, dingske…eu…Verkeerd verbonden!

ANDREAS                              Verkeerd verbonden?...Hebt zo ne naam, zeg…

THOMAS                               Ik geloof er niks van!

JUDAS                                   Ik had niet anders verwacht, Thomas!

SIMON                                  (Zeurt) Mag ik nu écht die kroketjes nog niet in’t frietvet leggen?

PETRUS                                  Nee, Simon! Er wordt gewacht! De ander negerkes, in donker Afrika, die hebben bijna geen eten, wist ge dat?

SIMON                                  Dat weet ik , maar die mannekes hebben wel alle dagen goed weer! Wist ge dàt?

BARTHOLOME.                      Als g’u niet kunt inhouden, neem dan al een beetje chips en hou voor de rest op met zagen!

SIMON                                  Maar, hier  is geen chips!

BARTHOLOME.                      Knabbel dan een beetje aan uw vingers!

Weer telefoongerinkel…Alle gsm’s worden weer tevoorschijn gehaald…

PETRUS                                  Laat maar, gasten, ’t Is de mijne!...Hallo, met zijne Heiligheid Paus Petrus één! (Herhaalt dit event. In meerdere talen)

ANDREAS                              Met zijne “schijn” heiligheid zeker?

JACOBUS                              (Mompelt) Dikke nek!

PETRUS                                  Ja patron, nee patron, zeker patron, wablieft patron? Ach zo, patron, ik zal’t zeggen patron, ja patron, bien sur patron, tot  uw orders patron, dag patron…Raad ne keer wie dat ik aan de lijn had?

Anderen wisselen veelbetekenende blikken…

JUDAS                                   We hebben er geen flauw gedacht van!

PETRUS                                  Awel, Jezus!

PAULUS                                 Allee gij? Serieus?

PETRUS                                  Hij gaat een beetje later komen!

FILIPPUS                               Tiens? En waarom?

PETRUS                                  Sorry, maar dat is vertrouwelijke informatie!

JACOBUS                              Vertrouwelijke informatie?

PETRUS                                  (Hautain) Ja! De patron heeft mij deze morgen persoonlijk als zijn rechterhand aangesteld! “Op U, Petrus, batibouw ik mijn kerk”, dat zijn zijn woorden, en het is dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat de gespreksstof tussen de hoogstgeplaatste autoriteiten niet zomaar in de schoot van de lagere klassen wordt geworpen! En wie wil mag mijn zegelring kussen! (Steekt uitnodigend de geringde middenvinger op)

Allen nemen een dreigende houding aan…

THADDEUS                           Waar is hij, Petrus?

PETRUS                                  (Bang) Eu…In den hof!

JACOBUS                              Welke hof?

PETRUS                                  (Snel) Van olijven!

ANDREAS                              ’t Is toch niet waar zeker?...Weeral?

SIMON                                  Oooh, ’t hofke van olijven…hmm…romantisch…

MATTHEUS                           Olijven is dat met korte of lange ij?

FLIPPUS                                Lange! En, wat doet hij daar , in den hof van olijven?

PETRUS                                  Ja, bidden natuurlijk! Wat anders?

THOMAS                               Ik geloof er niks van!

PETRUS                                  Ja, Thomas, dat weet ik!

JUDAS                                   Volgens mij heeft hij daar weer een rendevouke, zeg dat ik het u gezegd heb!

THADDEUS                           Allee, niet zeveren é, Judas! Met wie zou Jezus nu een rendevouke hebben? Komaan zeg!

JUDAS                                   Met wie? Met die Maria-Magdhalena.

PETRUS                                  (Verontwaardigd) Oh Judas, gij…gij…Judas! Dat is je reinste laster!

JUDAS                                   Wablieft? Laster?

PETRUS                                  Ja! Zoiets denkt ge niet en zoiets zegt ge niet! Ga uwe smoel maar wassen in de Jordaan met gewijd water!...Ontuchtigaard!

JUDAS                                   Misschien dat uw ogen in uw gat staan, maar de mijn niet!

PETRUS                                  (Declameert plechtig, handen ten Hemel) Wacht u voor nutteloos morren, behoedt uw tong voor laster, want zelfs heimelijk spreken blijft niet ongestraft!

JUDAS                                   …Heeft dat manneke iets verkeerd gegeten ofzo?

MATTHEUS                           Herhaal dat nog ne keer, Petrus? Ik ken dat precies van ergens!

PETRUS                                  Dat komt uit uw vorig boek!

MATHEUS                             (Enthousiast) Uit…Uit mijnen boek, Petrus? Hebt gij die dan gelezen?

PETRUS                                  Eu…Niet echt, nee…

MATTHEUS                           Maar, hoe weet gij dan…

PAULUS                                 Ge weet toch dat we in d’n tijd van de papyrusschaarste zo’n exemplaar naast de wc hadden gelegd om wc-papyrus te sparen?

MATTHEUS                           (teleurstelling) Ah ja…Dat weet ik nog…

ANDREAS                              Zeg Judas, vertel nu ne keer verder over Jezus met dat mamzelleke!

JUDAS                                   Awel, ik heb dat spel daar zo’n beetje in de gaten gehouden en ik moet zeggen dat ik daar geen goed oog in heb!

PETRUS                                  (Heft de armen ten Hemel en begint gebeden te prevelen)

FILIPPUS                               Wat bedoelt ge daar nu concreet mee, Judas? Hebt gij die twee al zien eu…foefelen?

JUDAS                                   Niet echt, nee!

JACOBUS                              En, waarom denkt ge dan dat die  een affaire hebben?

JUDAS                                   Hij was tegen haar d’n helen tijd aan’t fezelen over zijn “kruis”!

PAULUS                                 Oeioeioei, madre madonna Maria, dan zijn z’al ver!

JUDAS                                   En, hij zei ook nog…(Tot Petrus) Verdomme Petrus, hou nu ne keer op met moemelen! Dat werkt geweldig op mijn zenuwen!...Merci!...(Weer tot de anderen) Ik heb hem tegen haar ook iets horen zeggen over een “wederopstanding”…Een “verrijzenis”, als ge begrijpt wat ik bedoel…

Anderen knikken instemmend…

MATTHEUS                           Korte of lange ei?

PAULUS                                 Lange!

THADDEUS                           (Zucht) Tja…Het vlees is zwak…

BARTHOLOME.                      Wat wilt ge? Dat manneke is 33 jaar, in de fleur van zijn leven, dat komt een ferme mamzel tegen, goed geschapen, serieus voorzien van oren en poten en lap, ’t is prijs!

JOHANNES                           Als daar maar geen miserie van komt, als daar maar geen miserie van komt!

SIMON                                  (Voorzichtig zeurend) Mag ik nu echt die kroketjes nog niet…

PAULUS                                 (Blaft) Shut up, Simon!... Het gaat hier niet over kroketten, maar over het gedrag van onzen baas! En als ge nog veel over kroketten gaat zagen, dan verkoop ik er u één!

SIMON                                  Awel, ik koop er vijf! Of nee, geef er direct maar tien! Goed doorbakken, als het kan! (Neemt portefeuille) Wat moeten ze kosten?

FILIPPUS                               Paulus bedoelt dat “figuurlijk”, Simon!

SIMON                                  Fi…Figuurlijk?...(Zucht)…Shit!

MATTHEUS                           “Kroketten”, dat is toch met twee tee’s?

JUDAS                                   Ja, Matthéüs, twee thees en ééne koffie!

JACOBUS                              Weet ge wat we kunnen doen? (Vragende blikken bij de anderen, hij gebaart hen korter te komen)…(Bloedserieus) We kunnen misschien de soep al uitscheppen?...Nee?... Tomatensoep mét, jawel mijne heren, “ballekes!

Verstoord gemompel bij de anderen…

PAULUS                                 Jacobus, gij zijt al n’een even grote egoïst als de Simon! Onzen baas zit in nesten, en gij denkt alleen maar aan eten!

JACOBUS                              (Zeurt) Jamaar, ik heb honger…

BARTHOLOME.                      Sabbel dan ook maar een beetje op uw vingers!

SIMON                                  Weet ge wat? Sabbel een beetje aan die van mij! Maar dan mag ik aan die van u sabbelen!

JACOBUS                              Eike foei! Viezerik!

JOHANNES                           Jezus zal toch wel zo slim zijn om eu…

THADDEUS                           Om “wat”?

JOHANNES                           Wel, om…enfin, om iets te gebruiken als hij met die Maria-Maagd-Alleena…