Een broekje in de branding

2001

Bezetting: 4 dames – 4 heren.

 

Vier koppels van diverse pluimage zitten samen op een camping. De sfeer is gemoedelijk en het blijkt een rustige vakantie te worden, tot Gust tijdens z’n ochtendwandeling een broekje vindt in de branding! Er worden heel wat vragen gesteld! Van wie is het broekje wel, en van wie niet?…Wie heeft er wat met wie, en waarom?…Kwam het broekje toevallig in zee terecht, of zit er meer achter?…Een “straffe” komedie met flink wat slapstick.

 

“Een alles behalve klassieke komedie! Geen deuren en kasten waar mensen in en uit lopen! We trekken de natuur in!… Lekker gezond!… En als er dan ook nog Hollanders bij zijn…Nou!”

Een creatie van 'tJukschot (Sint Antonius-Zoersel) in 2003.

V
erdere opvoeringen:

2003
* Met hert en ziel (Wijtschate)  
2006

* Sint-Katharinavrieneden, Duisburg

Personages

 

Gust en Philoméne - Een  koppel op rust.

 

Johan en Saskia - Een pasgehuwd koppel.

 

Kees en Truus - Een Hollands koppel.

 

Pierre en Frieda - Een “raar” koppel.

Tafereel 1

LICHT LANGZAAM IN-FADEN...ER KRAAIT EEN HAAN... GUST KOMT UIT Z’N TENT GEKROPEN, ZET ZICH MIDDEN-VOOR, DOET ENKELE TURNOEFENINGEN...

GUST:                    (snuift diep) Hmmmm....Jodium!.....(snuift weer) Eik!   ...Mosselen!...Enfin ja, dat is’t enige nadeel van de kust!...(Tuurt in de  lucht) Olalalala!...We krijgen weer wreed schoon weer vandaag!...Moet ge die zonsopgang zien zeg!...(roept) Hela, Philoméne ?... Philoméne?...

PHILOMENE:          (off) Wat is’t, Gust ?

GUST:                    Oh, ge moet ‘s komen kijken naar die zonsopgang! Al die kleurkes door mekaar, precies zo’n verfpalet van Michel Angelo !

PHILOMENE:          (off)...Van wélke Michel ?

GUST:                      “Angelo”!...Kent ge die niet?

PHILOMENE:         (off)Nee, ik ken die gast niet! En laat me nu alstemblieft nog een beetje slapen!

GUST:                    (enthousiast) Awel, die Michel Angelo, dat was een verver...enfin, een “schilder” in ‘t schoon Vlaams! En die schilderde plafonds van kerken! En zo heeft die gast ooit...

PHILOMENE:         (off)Gust, het is zes uur ‘s morgens, dat interesseert mij nu geen lap, en laat me nu slapen!...Onnozelaar!

GUST:                    Maar enfin, dat is nu toch de schoonste moment van d’n dag ? Al die zuivere lucht die ge nu in uw longen kunt zuigen, en het gekwetter van de mussen, het gekrijs van de meeuwen en het klotsen der golven en...

KEES:                     (off) Hé, sodemieter nou ‘s op met je gezeik, man! Ben jij helemaal betoeterd of wat ? Ik word helemaal mesjogge van je geklets!...Rotbelg!

GUST:                      Aha! Onzen Hollander is ook al wakker!(roept) Alles kits, Kees ?

KEES:                       (off) Ach, krijg toch de kleren, man!

GUST:                      Ah, ik krijg uw kleren, Kees? Alles in’t knaloranje zeker?

TRUUS:                  (off) Zeg, ga je nu eindelijk je bek houden? Straks gaat Kees helemaal over de rooie en dan slaat hij je meteen voor je kop!

GUST:                    Hela hela hela, een minuut voor Brussel é, “madam”! Ik ben hier wél thuis! Dat is “mijn” land! Het land der Belgen!

TRUUS:                  (off) Oh ja ? Wel, als er geen Nederlanders op jullie campings zaten, dan kon je ze meteen allemaal opdoeken, daar al ‘s over nagedacht ?

GUST:                    (denkt even na)...Awel ja, daar zit misschien wel een beetje waarheid in, maar dat wil nog niet zeggen dat de Keeskoppen moeten gaan denken dat...

PHILOMENE:          (off) (roept) Gust!

GUST:                      Ja ,choe ?

PHILOMENE: (        off) Wilt ge die mensen nu wel ‘s gerust laten ? Onbeschofterik!

GUST:                      Jamaar, Philoméne, ze zijn zélf begonnen!

PHILOMENE:         (off) Sta daar niet te zeveren, paljas! Iedereen wil hier nog slapen! En als ge persé een parolleke wilt doen op dit onkristelijk uur, ga dan naar het strand en ga een beetje tegen de garnalen staan klappen, compris ?...

GUST:                      Jamaar...

PHILOMENE:          (off)Ik vroeg, “compris” ?

GUST:                      (zucht)...Ja choe...

TRUUS                    (off) Bedankt hoor, Philo! Dat vind ik reuze jofel van je! Je bent een schat!

PHILOMENE:          (off)‘t Is graag gedaan, Truus! Slaap lekker!

TRUUS:                    (off) Ja, slaap ze! Doei!...

GUST:                     (imiteert binnensmonds) Doei...(mompelt wat over stomme Hollanders enzo...)

ONDERTUSSEN IS ER BEWEGING GEKOMEN IN HET TENTJE VAN ONS JONGSTE KOPPEL...WE ZIEN HET TENTZEIL BEWEGEN EN WE HOREN INGEHOUDEN KREETJES EN GEGIECHEL...INDERDAAD, ZE ZIJN “HET” AAN HET DOEN!

GUST:                    (staat alles geamuseerd te bekijken, af en toe een veelbetekenende blik face-publiek...Gaat na een tijdje tot bij het tentje en roept ingehouden)...Psssst, moet ik niet komen helpen?

DE ACTIVITEIT VAN HET JONGE KOPPEL STOPT PROMPT, GUST HEEFT BINNENPRETJES...

PIERRE KOMT OPGESTROMPELD MET Z’N VISGEREI, DUIDELIJK STOMDRONKEN...PRAAT MET EEN DIKKE TONG...KAN AMPER OP Z’N BENEN STAAN...

PIERRE:                   (luid) Ah? Hierzie! Mijne goeie vriend de Gust!

GUST:                      Sssst!

PIERRE:                   (beseft z’n luidruchtigheid) Ssssst!

GUST:                    (bijna op fluistertoon) Niet zoveel lawaai maken, Pierre! Ze willen hier nog een beetje maffen! Vooral die keeskoppen!

PIERRE:                   Kees en Truus!...Of beter, “kaas” en “trut”! (proest ingehouden)

GUST:                      En eu, wéér op nachtelijke visvangst geweest ?

PIERRE:                   Ja, op dinges...eu...hoe heten die beesten weer?

GUST:                      Zeepalingen?

PIERRE:                   Just! “Zeeppalingen”! (proest weer ingehouden)

GUST:                      En ? Veel gevangen ?

PIERRE:                   Awel, ik heb eigenlijk feitelijk niet gevist!

GUST:      .                ..Hoe, ge hebt niet gevist?

PIERRE:                   Ik was mijn zeepieren vergeten! (proesten het samen uit)

GUST:                     Nu moet ge ne keer eerlijk zijn, Pierre. Hebt gij eigenlijk ooit al gevist?

PIERRE:                  (denkt na)...Nee! Ik heb daar ‘t geduld niet voor! (proesten het weer beiden uit)

GUST:                    Jamaar Pierre, als gij nooit niks vangt en iedere morgen zonder vis thuis komt, peinst ge dan niet dat uw Frieda dat op d’n duur verdacht gaat vinden?

PIERRE:                  Hela hela hela! Pas op, ik ben nog niet zo stom als dienen Hollander daar in dat tenteke d’r uit ziet!...Hierzie! (haalt iets uit z’n zak)...Voilà! Gekocht in de vismijn!

GUST:                    Amai! “gefileerde” maatjesharing! Wat er tegenwoordig ‘s nachts allemaal niet in de zee zwemt!...Zeg Pierre, maar peinst ge nu niet  dat dat gaat opvallen? “Gefileerde viskes”  !...Luchtdicht verpakt in plastic...Tja...

PIERRE:                  Maar bijlange niet, Gust!...Ons Frieda, awel...Pas op, een goed wijf é, een héél goed wijf!...Maar die is zo stom als ‘t achterste van een varken!...Just n’een Hollander!

GUST:                      Serieus?

PIERRE:                  Eergisteren é, toen was de vismijn gesloten, want ‘t was Zondag. Awel, toen heb ik vanuit dat nachtwinkeltje op d’n dijk drie blikskes sardinnekes in tomatensaus meegebracht! Ze was er zo hoog mee als een huis! Ze zei dat ik d’n beste visser was die er op de wereldbol rondliep! (proesten het weer samen uit)

ONDERTUSSEN IS ER WEER BEWEGING GEKOMEN IN HET TENTJE VAN HET JONGE KOPPEL...WEER KREETJES, INGEHOUDEN GELACH EN BEWEGEND TENTZEIL... GUST SLAAT ALLES WEER GEAMUSEERD GADE, PIERRE STAAT ER EEN BEETJE DOM, OP WAGGELENDE POTEN NAAR TE KIJKEN...

PIERRE:                  (na een tijdje) Amai, ik geloof dat ik deze nacht toch iets té veel pinten heb gedronken! Ik krijg al halliculi...allee...hacullininaties!...Ik zie de tenten op de camping al bewegen!

GUST:                    Maar enfin, Pierre! Dat is de tent van dat pas getrouwd koppelke!...Die zijn dinges...allee...

PIERRE:                   (kijkt hem dom aan)

GUST:                      ...Verstaat ge’t niet?...Die zijn hun “huiswerk” aan’t maken!

PIERRE:                  (denkt even na)...Aaaah! Die zijn dinges...Ah ja! Daarmee dat die tent zo over en weer gaat!...Dat moet toch ook niet zo comfortabel zijn...

GUST:                    Ach, maar dat zijn jonge gasten é, Pierre! Die hebben dat allemaal niet nodig, datgaat nog vanzelf!

PIERRE:                  Awel, als ik nog jong was, dan at ik iederen dag vis! Dat is daar héél goed voor!

GUST:                      Ja, dat wordt gezegd ja...Maar is dat niet eerder boerenbijgeloof?

 

PIERRE:                  Wàblieft?...Wàblieft?... Maar manneke! Dat helpt geweldig! Vraag dat maar ‘s aan ons Frieda!...Waarom mag ik zoveel gaan vissen peinst ge ?

GUST:                      Allee zeg! Is dat dan écht zo goed ?

PIERRE:                  Amai nog niet! Dat is zelfs beter dan viagara!...Weet ge, vroeger é Gust, dan begon ik daaraan, vlak nadat we ‘s avonds naar boven gingen, en tegen de morgen moest ik ons Frieda altijd wakker maken om te zeggen dat ik gedaan had, zó goed is dat!

GUST:                      Allee jong? Serieus?

PIERRE:                  Wacht! Minuutje! Ik zal die jonge gasten daar ‘s een beetje gaan helpen! (waggelt naar het tentje)

GUST:                    (wil hem tegenhouden) Ho, Pierre! Zoudt ge die niet beter gerust laten?

PIERRE:                  Ge moet altijd en overal uwe medemens in nood helpen! Dat staat zo in d’n bijbel!

PIERRE WAGGELT TOT BIJ HET TENTJE WAAR DE ACTIE NOG DUIDELIJK ZICHTBAAR IS, BUKT ZICH EN FLUISTERT VLAK BOVEN HET TENTJE...

PIERRE:                  Hela ? Pssst...Klop klop?...(alle actie stopt onmiddellijk)...’t Is om te vragen ofdat gijlie geen vis moet hebben!

SASKIA:                 (off) (met benepen stemmetje) Eu...Nee...Nee, dank u...

PIERRE:                   Zijt ge zeker? ‘t Is héél goeie vis!

JOHAN:                   (off)  Eu...Dank u, maar wij kopen niet aan de deur!

PIERRE:                  Allee dan! (waggelt weer tot bij Gust)...Gust, ze mogen geen vis! ‘t Zijn waarschijnlijk van die vegaritariërs...Dat ziet ge veel bij die jonge gasten!...(waggelt weer naar het tentje)...Hela? Profiteer er maar van, want binnenkort is’t misschien gedaan! Zonder vis zal de vlam d’r rap uit zijn, zeg dat ik het u gezegd heb!...Voilà, nu weten ze’t!...Allee, ik peins dat ik maar ‘s ga slapen!

GUST:                      Ja, da’s geen slecht gedacht, Pierre! Dat zal nodig zijn!

PIERRE:                   Mijn gedacht!...Allee, slaapwel!

GUST:                    Jaja, slaapt gij maar ‘s goed! Ik ga mijn wandelingske doen op’t strand!(maakt aanstalten om door te gaan)

PIERRE:                   Héhé, Gust!...Kom ‘s effekes terug!

GUST:                      Allee, wat is er ?

PIERRE:                  Gust, riekt mijnen asem niet te veel naar ‘t bier? (ademt vlak in het gezicht van Gust die onmiddellijk een pas achteruit doet)

GUST:                    Eikes...Pierre, jongen toch! Dat is precies de poort van een brouwerij die dat ge pen trekt!

PIERRE:                   Oeioeioei...Zeg, hebt gij voor mij geen chicletteke of zo?

GUST:                    Nee...Nee, dàt heb ik niet!...Maar wacht! (sluipt voorzichtig in z’n tent en komt even later buiten met een spuitbusje)...Hierzie! Dàt is goed spul!

PIERRE:                  (bekijkt het busje, kan blijkbaar de tekst niet gelezen krijgen, haalt een leesbrilletje tevoorschijn, ook dàt blijkt niet te helpen, neemt tenslotte een zonnebril)... Fébrèse ?

GUST:                      Juist, ja! “Fébrèse”!

PIERRE:                   Naast de wasverzachter! (proest het weer uit)

GUST:                    Pierreke, serieus blijven manneke! Ik wil u helpen!...Kijk! Zie wat er hier staat! “Verwijdert kwalijke geurtjes”!...Iets beter kunt ge toch niet hebben ? Ons Philoméne, die gebruikt dat zelfs onder haar oksels!

PIERRE:                  Ah ja ? Awel, dan moet dat goed spul zijn! Ik zal’t ‘s proberen! (spuit kwistig in de mond)...(ademt weer in het gezicht van Gust)...En ? Wat zegt dat ?

GUST:                    Hmmm..Pierre jongen, ge ruikt gelijk als een pasgeboende salontafel!

PIERRE:                   Merci, merci!

GUST:                     Bon! Uwe stank is geneutraliseerd, ik ben er dus mee weg! (wil vertrekken)

PIERRE:                   Hela hela Gust, wacht ‘s effekes jong!

GUST:                    Allee, wat is er nu weeral? Subiet is’t al noen voor dat ik aan mijn ochtendwandelingske begonnen ben!

PIERRE:                  (waggelt tot bij Gust en omarmt hem stevig) Bedankt é, Gust! Gij, gij zijt d’n beste kameraad van heel de wereld!

GUST:                      (wringt zich los) Jaja, ‘t is al goed, Pierre! Ga nu maar slapen!

PIERRE:                   Ja...Voor dat ik omver val!

GUST:                      Tot straks! (vlug af)

PIERRE:                  (wuift hem na) ...Tat stroks!...Of zoiets... (staat een beetje mompelend rond te draaien)...Ah! Hier! Dàt is mijn bungalowke! (Kruipt in de tent van Kees en Truus)

TRUUS:                  (off)...(gilletje)...Oh Kees, wat leuk nou ! (Pierre komt verward terug uit het tentje gekropen)...Waarom ga je nu gewoon door?...Kees?...

KEES:                       (off) Wàt ?

TRUUS:                    (off) Doe nou toch gewoon lekker verder joh!

KEES:                       (off)...Waarmee dan ?...

TRUUS:                    (off) Wel ? Met wat je net bezig was!

KEES:                       ...(off) En, met wat was ik dan “bezig”?

TRUUS:                    (off)Zo met je hand op m’n bips, weet je wel?

KEES:                       (off)...Hoezo?

TRUUS:                  (off)Wel? Je zat daareven toch zo lekker met je tengels aan m’n bips? Ga toch gewoon door...Toe nou?...Kees ? 

KEES:                       (off) Truus, je hebt gedroomd! Ik zat helemaal niet aan je bips!

TRUUS:                    (off)Dat deed je wél!

KEES:                     (off)Dat deed ik niet! Trouwens, we benne hier met vakantie, en Kees wil slapen!...Ajuus!

TRUUS:                    Oh ?...Nou...Wat jammer!...

PIERRE STAAT ONDERTUSSEN ROND TE DRAAIEN, NOG STEEDS ZOEKEND NAAR Z’N TENTJE...TENSLOTTE WIL HIJ IN DIE VAN GUST EN PHILOMENE KRUIPEN, HOUDT ZICH PLOTS IN...

PIERRE:                  (snuift)...Fébrèse ?...Da’s die van de Gust!...Sorry, verkeerd verbonden... (kruipt op handen en kniën naar de volgende tent)...(snuift) Aha! “Vis”!...Da’s die van mij, daar ben ik zeker van! (kruipt kordaat het tentje in)

 

 

Sint-Katharinavrienden, Duisburg