En toen schiep God trappist

2008

Bezetting: 5 Dames, 5 Heren + Figuranten

De Trappist van Noord Vleteren ligt niet goed meer in de markt. Pater Theofiel, de meester brouwer, maakt zich zorgen. Zuster Godelieve zit bij de telefoon die zelden rinkelt. Pater Bernardus speelt gids voor bontgevederde toeristen. Zuster Magdhalena doet haar kleine boodschap op niet voor dit doeleinde bestemde plaatsen. Pater Victor lost problemen op die er niet zijn. Zuster Aldegonde doet vreemde ontdekkingen in het toilet. Pater Robert levert naar eigen profijt en zuster Bernadette ruikt het bier van op kilometers afstand.

 

“Bierdrinkers hebben een God apart! En, wees maar zeker, Hij heeft gevoel voor humor!”

TAFEREEL 1

PATER THEOFIEL IS DRUK BEZIG AAN HET BROUWERSVAT, CONTROLEERT MOMPELEND ALLERLEI METERTJES…ZUSTER GODELIEVE ZIT INGEDUT OP HAAR STOELTJE BIJ DE TELEFOON…

 

THEOFIEL                              (Tapt secuur een tinnen beker vol bier, ruikt er aan, keurt het als een wijnboer) Wat een aroma… Wat een kleur… Wat een bier… (Zuster Magdhalena komt binnengesloft, inclusief witte stok en zonnebril)… Ah, zuster Magdhalena! Moet ge dat brouwsel hier een keer bekijken! Die kleur is toch geweldig?

 

MAGDHALENA                       (Nors) Ik zou het niet weten!

 

THEOFIEL                              (Verontschuldigend) Ach ja, neem me niet kwalijk, gij kunt dat niet eu…(zenuwachtig lachje)

 

MAGDHALENA                       (Steekt haar hand uit, blaft) Geef hier! (Drinkt gulzig, veegt met een breed gebaar haar mond af)…De kleur is in orde!

 

THEOFIEL                              Ah ja?

 

MAGDHALENA                       Absoluut! Ge moet er wel wat meer kaneel in doen!

 

THEOFIEL                              Kaneel?

 

MAGDHALENA                       Ja, dat zeg ik toch?...En laat me nu gerust, want ik moet naar de wc! (Strompelt tot aan de wc deur, zit er duidelijk naast, zoekt nerveus met haar stok)

 

THEOFIEL                              (Opent voor haar de deur) Alstublieft, zuster Magdhalena!

 

MAGDHALENA                       Merci! (Loopt nog even tegen de deurstijl, gaat dan naar binnen)

 

THEOFIEL                              (Terug bij z’n brouwersvat)…Kaneel, zegt ze ? (Keurt weer de kleur van het bier)…Het zou natuurlijk wel kunnen… Slechtzienden ruiken naar’t schijnt beter en ze proeven ook veel scherper!...(Rammelt wat in z’n potjes) Kaneel?…Ik heb hier rozemarijn… kruidnagel…

 

ALDEGONDE                          (Komt binnen met emmer, dweil en aftrekker) Ah, pater Theofiel. ’t Is weer tijd om de wc’s op te lappen! Wat zijt ge aan het doen? Met de pottekes aan’t spelen?

 

THEOFIEL                              Ik zoek hier iets…

 

ALDEGONDE                          (Tot vlak bij het brouwersvat) En, wat zoekt ge?

 

THEOFIEL                              Pas op met dat water en die vod! Straks zijt ge mijn vat nog aan’t kuisen!

 

ALDEGONDE                          (Gaat er even met haar vinger over) Tja, dat kan wel ’s een poetsbeurt gebruiken! (Maakt aanstalten met de vod)

 

THEOFIEL                              (Dramatisch) Afblijven! Dat moogt ge niet kuisen! Dat is als…als goeie wijn! Een biervat, dat is iets heilig, dat moet ge koesteren als een relikwie! Daar moet een beetje stof op liggen!

 

ALDEGONDE                          Tja, ’t is uw miserie, pater Theofiel, niet de mijne!

 

THEOFIEL                              Dat is inderdaad zo!...Zeg, zuster Aldegonde, weet gij toevallig de kaneel staan?

 

ALDEGONDE                          Kaneel?...Dat zult ge in de keuken kunnen vinden, pater Theofiel! Naast de cayennepeper, onder ’t schap waar de spaghetti staat tussen de choco en de microgolfoven, vlak onder het bakske van de patattenschillen!

 

THEOFIEL                              Tussen…Ja, ik zal ’t wel vinden!

 

ALDEGONDE MAAKT AANSTALTEN DE WC BINNEN TE GAAN, MAGDHALENA KOMT NET BUITEN WAARDOOR ALDEGONDE DE DEUR TEGEN HAAR GEZICHT KRIJGT EN HAAR EMMER EN ATTRIBUTEN, INCLUSIEF ZIJZELF, DE GROND OP GAAN…

 

MAGDHALENA                       …Heb ik iets geraakt?...Is er iets gevallen?

 

ALDEGONDE                          (Krabbelt recht) Zuster Magdhalena, kunt ge niet zien waar ge loopt?

 

MAGDHALENA                       Nee, dat kan ik niet! (Waggelt verder)

 

THEOFIEL                              Waar moet ge naar toe, zuster Magdhalena?

 

MAGDHALENA                       Naar de kapel!

 

THEOFIEL                              Ik moet naar de keuken, wil ik een stukje meelopen?

 

MAGDHALENA                       Als ge dat plezant vindt, mij goed!

 

THEOFIEL GEEFT MAGDHALENA EEN ARM, SAMEN AF…

 

ALDEGONDE                          Hebt ge dat nu gezien, zuster Godelieve?...Zuster Godelieve?...Tja, die hoort natuurlijk weer niet! Dat is hier nogal een bende fossielen bij elkaar!  Niet te schatten! (Gaat de wc binnen)

 

BERNADETTE                         (Sluipt naar binnen, vergewist zich ervan dat Godelieve slaapt, tapt een grote pint uit het vat en giet ze in een teug naar binnen)

 

GODELIEVE                            (Zonder de ogen te openen) Ik heb het gezien, zuster Bernadette!

BERNADETTE                         (Betrapt)…Oeps! (spurt weer naar buiten)

 

ALDEGONDE                          (Stormt de wc buiten) Pater Theofiel, wilt ge nu eens wat weten?...Pater Theofiel?...God ja, die zit in de keuken!... Zuster Godelieve?...(Roept) Zuster Godelieve?               

 

GODELIEVE                            (Een oog open) Wat is’t? Bellen ze?

 

ALDEGONDE                          Zuster Godelieve, daar heeft iemand gewaterd op d’n bril!

 

GODELIEVE                            …Wablieft er u ?

 

ALDEGONDE                          (Nerveus) Dat er iemand op de wc bril gewaterd heeft!

 

GODELIEVE                            Wàt is er met uwen bril?

 

ALDEGONDE                          (Krijgt het op haar heupen, neemt de hoorn van de tafel en roept in Godelieves oor) Er heeft iemand op de wc bril gepist!

 

GODELIEVE                            Aaaah! (Neemt op haar beurt de hoorn en gebruikt hem als micro) Dat zal zuster Magdhalena geweest zijn! Die ziet haren onderkant niet!

ALDEGONDE                          (Weer in de hoorn) Dat kan mij niet schelen, ik vind dat degoutant!

 

GODELIEVE                            Ik zit ook liever droog, maar dit is een geval van overspel!

 

ALDEGONDE                          (Verontwaardigd) Van overspel?

 

GODELIEVE                            Ik bedoel, van overmacht! Ge moet dat zuster Magdhalena pardoneren! God vergeeft alles!

 

ALDEGONDE                          Ja zeg, God heeft het gemakkelijk, hij moet het niet opkuisen! (Nors de wc binnen)

 

GODELIEVE                            Allez! Z’is weer in haar gat gebeten!...Zenuwpees!... Stresskonijn!...Rust is heel belangrijk! Hééél belangrijk! (Nestelt zich weer en dut verder)

 

THEOFIEL                              (Komt binnen met een potje kaneel) Hier zijn we d’r mee! Het geheime recept! (Schroeft het vat open, strooit kwistig met de kaneel)…En nu nog iets om mee te roeren…eu… (Zoekt koortsachtig, neemt tenslotte de hoorn van Godelieve en roert stevig in het brouwsel) Voilà! ’t Is gebakken! (Schroeft deksel dicht en legt de hoorn terug, tapt wat bier en keurt)…Oh, zie nu! Die kleur is nóg schoner! Nog nooit zo’n schoon trappistenbier gezien! Ongeëvenaard, als ge’t mij vraagt!

 

DE TELEFOON GAAT, GODELIEVE TREKT HAAR KAP NOG IETS VERDER OVER HAAR OGEN…

 

THEOFIEL                              Zuster Godelieve?...(Roept in de hoorn) Zuster Godelieve?

 

GODELIEVE                            (Schrikt wakker) Wablieft er u?

 

THEOFIEL                              De telefoon!

 

GODELIEVE                            …Wat is daar mee?

 

THEOFIEL                              Hij rinkelt!

 

GODELIEVE                            Tja, daar dient hij voor, naar ’t schijnt!

 

THEOFIEL                              Ge kunt misschien opnemen?

 

GODELIEVE                            Ja…Dat is een goed gedacht! (Neemt de hoorn op) Allo? Met de abdij van Noord Vleteren!...Wablieft madam?... Wilt ge misschien een beetje luider klappen? Ik hoor niet al te goed door mijn linkeroor en langs rechts ben ik doof!!... Wie moet ge hebben?... Kapsalon chez Popol? Neen, dat is hier niet! Dat is bij die Janet hier een paar straten verder!... Ge zijt verkeerd verbonden…(Brult) Dat ge verkeerd verbonden zijt!...Ja, da’s niks madam, salut! (Legt de hoorn neer) Amai! Die hoorde precies niet goed!...( snuffelt aan de hoorn) Wat is dat nu? Mijnen hoorn ruikt naar trappist! (Begint de hoorn van boven tot onder schoon te likken)

THEOFIEL                              (Communicatie verloopt weer via de hoorn)… Zuster Godelieve, het is mij de laatste tijd opgevallen dat er weinig bestellingen binnen komen!

 

GODELIEVE                            Tja, aan mij zal het niet liggen, Pater Theofiel! Ik doe mijn job in eer en geweten! Gelijk als de warme bakker, altijd wakker! Maar als er aan d’n andere kant van d’n telefoon niemand de nummer draait kan het hier ook niet bellen! En, als het niet belt heeft het weinig nut dat ik op neem!... Mij treft geen schuld!

THEOFIEL                              Daar ben ik van overtuigd, zuster Godelieve! En aan mij zal het ook niet liggen! De kwaliteit van het bier is nog nooit zo goed geweest!...Ik begrijp het eigenlijk niet goed! Vroeger dan stond die telefoon hier altijd roodgloeiend! Er was meer vraag dan aanbod!

 

GODELIEVE                            Het zal komkommertijd zijn, pater Theofiel, ge moet u niet ongerust maken! Onzen trappist is voor’t moment misschien een beetje uit de mode! Maar de mode, die maakt cirkelkes! De minirokskes zijn na verloop van tijd ook terug gekomen!...

 

 

Tekstvak: Personages

 

 

Zuster Magdhalena                                              

Zuster Aldegonde                                                

Zuster Bernadette                                              

Zuster Godelieve                                         

Pater Bernardus

Pater Robert

Pater Theofiel

Pater Victor

Toerist

Toeriste                                                       

Toerist