Het geheim van de roze ridder

2002

Personages

Johan                              De roze ridder en heer Halewijn

Trees                              Trees van Oostenrijk

Walter                           De hofnar

Meester François

Richard                          De koning

Hilde                               prinses Mathilde

Kludderzipken   de knecht van heer Halewijn

Kludderzapken   de knecht van de knecht van heer Halewijn

Pim                                  soufflerende kabouter

Pam                                 soufflernde kabouter

Pom                                 soufflerende kabouter

Rozalie                           de vrouw van meester François

Lichtman (of vrouw)

Klankman (of vrouw)

Kabouter Klus 1             decorspecialist

Kabouter Klus 2             decorspecialist

Kabouter Klus 3             decorspecialist

Schildknaap 1

Schildknaap 2

Bezetting: 19 jongeren (aanpasbaar)

 

Het stuk is een bewerking van “De roze ridder”! De inhoud is licht gewijzigd en het stuk is ook ingekort. Het werd bewerkt op vraag van VZW Hojapa, Wilsele-Putkapel. Ging in première, november 2002.

 

“Op lachen staat geen leeftijd! Waarom zouden kinderen geen klucht kunnen spelen, dacht ik bij mezelf. Maar ja, ik denk zoveel.”

Een creatie van Hojapa (Wilsele Putkapel) in 2002

Verdere opvoeringen:

2004  
*
Siloewet (Schoten)
*
Rosiers (Dendermonde)
*
De toontjes (Orsmaal)

2008

*Cauci, Kalken

Tafereel 1

 

MEESTER(komt met veel kabaal binnen) Excuseer dat ik een beetje laat ben, dames en heren!...Ik weet dat

dat wreed ambetant is, als ’t licht al uit is  en komt er nog ééne binnenvallen, maar ’t is echt mijn eigen schuld

niet!

WALTER                 Hé...Pssst...meester!

MEESTER                (kijkt rond) Zijt gij dat, Walter?

WALTER                 Ik sta hier! Vanvoor op ’t podium!

MEESTER                Ik zie u niet staan!...Wilt er daar iemand een beetje licht aan doen alstemblieft?...Merci! Nu gaan we zien wat we zeggen! Wat is er Walter?

WALTER                 ’t Is om te vragen, meester, of dat we mogen beginnen?

MEESTER                (kijkt op uurwerk) Ah, natuurlijk! Ge moest  al lang bezig zijn!

JOHAN                   Dat weten wij nu ook wel, meester! Maar eigenlijk waren wij op u aan’t wachten!

MEESTER                ...Op mij ?

 

Trees, Richard en Hilde komen er ook bij staan...

 

WALTER                 Ja! We waren een klein beetje ongerust!

MEESTER                Ongerust?...Serieus?...(tot publiek) Dat zijn nu toch brave kinderen é madam? Niet willen beginnen zonder hunne meester!...(neemt zakdoek) Awel, dames en heren, dat pakt mij nu écht!

RICHARD                Excuseer é, meester, maar als ge nu ‘s zou gaan zitten?

MEESTER                (ontroerd) Ochot, ochot, ochot...Ik mag nog gaan zitten ook!

TREES                    Ja, als gij gaat zitten, dan kunnen wij er aan beginnen é, meester!

HILDE                     We hebben voor u ne stoel gereserveerd! Hier vlak vanvoor, op de eerste rij!

WALTER                 Beter kunt ge niet zitten é, meester!

MEESTER                Vlak vanvoor zeg!...In’t midden!...Oh, en kijk ’s hier! Dat hebben ze speciaal voor mij gemaakt! Wat een schoon plakkaat!...V.I.P....Wat wilt dat eigenlijk zeggen?

WALTER                 Eu...Wat wilt dat nu weer zeggen, Johan?

JOHAN                   Awel eu...dinge...verry impotent person, of zoiets!

HILDE                     Zeg, kunnen we nu eindelijk beginnen?

MEESTER                Ah natuurlijk!...(zet zich)...Begin maar!

 

Allen kiezen rumoerig positie...

 

WALTER                 (Komt op, blaast enkele valse noten op een blokfluit)...(sec)...Dames en heren, welgekomen, ogen en oren wijd open, dit is de historie van de roze ridden. Dit is het eerste tafereel, Jonkvrouw Mathilde plukt de blomme. (op dezelfde manier af)

MEESTER                (recht) Hé, Walter! Wacht ’s effekes!....Kunt ge dat nu niet een beetje beter inkleden?

WALTER                 ...Wablieft?

MEESTER                Ik wil zeggen, dat ge het publiek een beetje beter moet voorbereiden op het feit dat het stuk nogal kramakkel in mekaar zit!

WALTER                 Maar allee nu, meester! Ik kan toch moeilijk op voorhand gaan verkondigen dat er niemand écht goed in z’n rol zit, omdat we niet op tijd zijn gereed geraakt met de repetities!

MEESTER                Jamaar, we hebben toch vijfentwintig repetities gehad in mijne living? Is dat niet genoeg?

WALTER                 Ja, normaal is dat genoeg! Maar, ik vond het wel wreed ambetant dat uw vrouw niet mocht gestoord worden als ze naar d’n televisie keek!

MEESTER                Ja Walter, ik weet ‘t! Ons Rozalie is nu zo! Als’t iets is voor het toneel, dan zal ze al het mogelijke doen om roet in ’t eten te gooien!

WALTER                 Jamaar, we verwijten u niks é, meester! Maar ge moet wel begrijpen dat het niet plezant is om toneel te spelen als ge geen geluid moogt maken! We hebben wij daar vijfentwintig repetities moeten staan play-backen! (imitatie)

HILDE                     (plots op) Zeg, hoe zit dat hier? Komt er nog iets van?

MEESTER                Jaja, ’t is goed! We gaan beginnen! Allee, Walter! Opnieuw, en met een beetje vuur deze keer!...Geef ‘m daar ook maar een beetje muziek!

WALTER                 (Vrolijk op met een tuimeling)...Dames en heren, welgekomen!...Wij gaan voor u spelen, oogjes en oortjes wijd open, de historie van de roze ridder! Dit, is het eerste tafereel! Jonkvrouw Mathilde plukt de blomme! (groet plechtig en af)

 

Plots Wilde rock-muziek...

 

KLANKMAN            Sorry!...Verkeerde CD!

 

We krijgen een vrolijk, middeleeuws melodietje. Hilde vrolijk huppelend op, een paar rondjes rond het podium...

 

HILDE                     Oh, kijk!...Wat één schone blomme!...Wat ééne verukkelijken geur!...En daar nog één!...En nog één!...Dit veld staat vol met blommen! (begint bloemen te plukken)

 

Kludderzipken en Kludderzapken komen opgeslopen...Wanneer Hilde zich bukt neemt Zipken haar stevig vast in de lenden...Hilde gilt...

 

ZIPKEN                   Hahààà, jonkvrouw Clothilde ! Eindelijk heb ik u te pakken! Gij zult mij niet meer ontsnappen!

ZAPKEN                  Zijne gespierde vingeren sluiten zich als vosseklemmen rond uwe smakelijke lenden!

HILDE                     (sec) Help help.

MEESTER                Allee Hildeke? Een beetje meer drama!

HILDE                     Ah ja!...Eu...(brult ) Huuulp...Huuulp...

ZIPKEN                   Roept gij maar, jonkvrouw! Niemand kan u op deze verlaten plekke horen!

HILDE                     Heb genade, o edelen bandiet! Ik ben slechts één jonkvrouw die wat blommen plukt om hare living op te fleuren!

ZIPKEN                   (gooit haar over z’n schouder) Ik heb u te pakken, jonkvrouw! En ik laat u niet meer los!

 

ZAPKENNeen! Deze keer kunt gij niet meer ontsnappen!

HILDE                     (begint met haar benen te zwaaien)...Laat mij los, gij bandiet!...Huuulp...Huuulp...

 

JOHAN                   (komt opgereden met z’n “paard”...hiervoor gebruiken we een stok met een paardekop...de twee schildknapen volgen hem)...Klopperdeklop, klopperdeklop, klopperdeklop...Halt, mijn vurig strijdros!

SCHILDKNAAP 1  Ho, Jul!

SCHILDKNAAP 2   Rustig! Af!

JOHAN                   Wat is er hier aan de hand? Waarom hebt gij deze jonkvrouw op uw schouders gezwierd?...Vooruit, snoodaard! Spreek!

ZIPKEN                   Eu...Zomaar!...Om te lachen!

ZAPKEN                  Ja! Hahaha!

HILDE                     Ze liegen, heer! Ze willen mij tegen mijn goesting tot vrouwe nemen! Gij moet mij helpen heer!

JOHAN                   Schildknapen, hou mijn paard even vast! (stijgt af)...(Trekt zijn zwaard) Is dat waar ?...Wilt gij deze jonkvrouwe tegen hare goesting tot vrouwe nemen?

ZIPKEN                   Ach heer, ge weet toch hoe jonkvrouwen zijn?

ZAPKEN                  Wanneer zij nee zeggen, bedoelen ze eigenlijk ja!

HILDE                     Geloof hem niet, edele heer! Ik wil hem niet tot vrouwe zijn! Hij drinkt, en hij stinkt!

JOHAN                   Zet deze jonkvrouw op hare benen neder! Dit beveel ik u!

ZIPKEN                   (laat Hilde vallen) En, wie zijt gij dan wel heer, dat gij u het recht geeft mij zomaar te bevelen?

JOHAN                   Mijn naam is Johan van Vlaanderen! Bijgenaamd, de roze ridder!

ZIPKEN                   De...de...de roze ridder?

ZAPKEN                  ...”De” roze ridder?

JOHAN                   Dat ben ik, snoodaarden, in levende lijve! En nu beveel ik jullie, jullie zwaard te trekken!

ZIPKEN                   Eu, nee! Toch maar liever niet!

ZAPKEN                  Dankuwel, merci!

JOHAN                   Lafaarden! (steekt z’n zwaard weg)...En, wie zijn jullie?

ZIPKEN                   Ik ben Kludderzipken, de knecht van heer Halewijn!

ZAPKEN                  En ik ben Kludderzapken, de knecht van de knecht van heer Halewijn.   

JOHAN                    Heer Halewijn? Die smerige onderkruiper?

ZIPKEN    Gij hebt het recht niet om zo over mijn meester te praten!

ZAPKEN   Inderdaad! De meester van mijn meester is een rechtschapen man!

JOHAN    Zwijg!...Halewijn is een zwijn!

ZIPKEN    Hoe durft gij zoiets te zeggen?

ZAPKEN   Gij kent de meester van mijn meester toch niet?

JOHAN                   Ik ken dat addergebroed maar al te goed!...Hij heeft bij mij nog in de klas gezeten!

PIM                         Nee, stommerik!

PAM                        Hij is met mij nog op kruistocht geweest!

POM                        Dàt moet ge zeggen!

JOHAN                   Sorry!...Hij is met mij nog op kruistocht geweest!

ZIPKEN                   Wel, dan is hij toch een moedig man?

JOHAN                   Zwijg, schurk!...Het enige wat uw meester daar deed was het verkrachten van kerken en het plunderen van weerloze jonkvrouwen!...En scheer jullie nu weg, voor ik jullie met mijn zwaard in mootjes hak!

ZAPKEN                  Hierbij zullen wij het niet laten heer!

ZIPKEN                   Neen! Gij hebt mijn meester beledigd!

JOHAN                   (lacht uitbundig, stopt plots) Genoeg gelachen! Onder mijn ogen uit, eenhorensjongelen!

 

Kludderzipken en Kludderzapken vlug af...

 

HILDE                     (valt op haar kniëen) Duizend maal dank, edele ridder! Gij hebt mij uit de klauwen van deze schurken gered!

JOHAN                   Het is niets, jonkvrouw! Jonkvrouwen redden is toevallig één van mijn specialiteiten! Mijn dochter zegt altijd: Pa, zolas gij jonkvrouwen redt, zo...zo redt gij jonkvrouwen!

HILDE                     Uw moed is onbegrensd, weledele heer roze ridder! Mijn dankbaarheid is oneindig!

JOHAN                   Ach, ieder zijn stiel, jonkvrouw!...En vertel mij nu eens, wie dat gij eigenlijk feitelijk zijt!

HILDE                     Ik ben jonkvrouw Mathilde, weledele heer roze ridder. Ik ben de dochter van koning Richard, ridder van de vierkante tafel.

JOHAN                   Ach zo? Gij zijt er dus één van de Richaar? Wel wel! Weet gij dat uw vader mij zeer welbekend is?

HILDE                     Oh? Hoe toevallig! Gij kent dus onze pa, weledele heer roze ridder?

JOHAN                   Zeer zeker, jonkvrouw!...En, apropos, zegt gij maar gerust “Johan”!

MEESTER                Hela hela hela! ...Waarom zegt gij nu “zeg maar Johan”? Dat staat toch zo bijlange niet in uw brochuurke?

JOHAN                   Nee, maar ik dacht dat dat gemakkelijker was dat Hildeke zegt “Johan” inplaats van dat ze heel dat epistel moet afdraaien van weledele heer roze ridder!

MEESTER                Niks van! In de middeleeuwen werd ne ridder altijd “Weledele heer ridder” genoemd, en niet Charel of Lowie!

JOHAN                   Jaja, ’t is al goed meester!...

MEESTER                Allee! Opnieuw!

HILDE                     Oh? Hoe toevallig! Gij kent dus onze pa, welriekende...eu...hoe was’t nu weer?

PIM                         Weledele...

PAM                        Heer...

POM                        Roze ridder!

HILDE                     Juist! Weledele heer roze ridder!

JOHAN                   Zeer zeker, jonkvrouw! Ik heb met uw vader nog voetbal gespeeld!

HILDE                     Oh? Wat één wonderbaarlijk toeval!

JOHAN                   Zeg dat wel, jonkvrouw!...Trouwens, sjot uw vader nog ?

HILDE                     Af en toe, wanneer hij niet ten strijde trekt, zit hij op de bank bij de veteranen! Eigenlijk mag hij van de alchimist niet meer sjotten, maar koppig als hij is, veegt hij daar vierkant zijn maliënkolder aan!

JOHAN                   Oh ja, zo ken ik uw vader! Hij is moedig als ééne leeuw, maar koppig als ééne steenezel!...De Richaar toch!...Zal ik u nu op mijn strijdros naar huis voeren, of komen ze u halen?

HILDE                     Oh, voer mij alstublieft naar huis, weledele heer roze ridder!...Tenmiste, als uw strijdros ons beiden kan dragen!

JOHAN                   Geen probleem, edele jonkvrouw! Mijn ros heeft een zeer welgespierd achterste!...Schildknapen, mijn paard alstublieft!

SAMEN                   Klopperdeklop, klopperdeklop, klopperdeklop...

 

Enkele rondjes rond het podium en af...

 

PIM                         Hé...

PAM                        Pssst...

POM                        Het licht moet uit!

LICHTMAN             Ik ben er mee bezig!