Het land van de Peuterneuzen

2003

Bezetting: 6 dames – 6 heren

 

Al 25 jaar woont Blabber Peuterneus met z’n excentriek gezinnetje in een woonwagen op een braakliggend stuk grond. Het perceel is eigendom van de gemeente, en de burgemeester geeft aan Kwieb Zweetpaté, een vooraanstaand architect, de opdracht een winkelcentrum neer te planten op het domein van de Peuterneuzen. We krijgen een machtsspel waarin velerlei figuren betrokken worden…Maar dan begint Amor kwistig met pijlen te schieten. Worstje, de dochter van Kwieb wordt hopeloos verliefd op Stinkoe, de zoon van Blabber…

 

“Eigenlijk is de basis van dit genre opgebouwd uit twee elementen: onzin en nog grotere onzin! Maar kom, we gaan het vel van de beer niet verkopen terwijl hij er nog in zit !”

Een creatie van De Lustige vrienden, Blankenberge in 2005.

Verdere opvoeringen
2006:
* Siloewet, Schoten

Personages

De Peuterneuzen:                      

Blabber ( de vader)

Dikke Ria (de moeder)

Stinkoe (de zoon)

Pizzewoske (de dochter)

 

De zweetpatékes                       

Kwieb (vader/architect)

Trezebees (de moeder)

Worstje (de dochter)

 

En verder…                

De burgemeester

De pastor

De champetter

Zuster Anticonceptia

Bellekonte (een prostituee)

Tafereel 1

Kwieb en de burgemeester komen aangewandeld, inspecteren het terrein…

                           

BURGEMEESTER                   Ge moet nu toch zelf toegeven dat dat hier de ideale locatie is !

KWIEB                                                                  (Voorzichtig) Ik weet het niet, burgemeester…Ik vind dat hier toch maar een raar sfeertje in de lucht hangt!

BURGEMEESTER                   Dat is maar een vals gedacht van u, Kwieb! Ik verzeker u, als we hier ons winkelcentrum bouwen wordt dat gegarandeerd een groot succes!

KWIEB                                  (Kijkt rond) Het is zo afgelegen…Zo ver van den bewoonde wereld…Ik heb toch zo mijn twijfels…

BURGEMEESTER                   (Vouwt plan open) Kijk! Als ge dit bos met de grond gelijk maakt en daar al de heide afbrand kunt ge hier een weg aanleggen die zonder bochten in het centrum van het dorp uitkomt. Alles recht op recht !

KWIEB                                  Tja…Misschien wel…Maar eu…(Wijst naar de woonwagen)

BURGEMEESTER                   Daar moet g’u niet al te veel van aantrekken!

KWIEB                                  Dat schijnen toch rare figuren te zijn! Ik heb horen vertellen dat die allemaal een beetje doortrappen! Dat ze zelfs gevaarlijk zijn!

BURGEMEESTER                   Dat is het minste dat ge kunt zeggen, Kwieb! Dat is al meer dan vijfentwintig jaar dat die getikte familie hier dat stuk grond van de gemeente inpikt!

KWIEB                                  Al zo lang ? En, waarom heeft daar nooit iemand iets aan gedaan ?

BURGEMEESTER                   Zolang dat ze hier zaten, zaten ze nergens anders en was iedereen in’t dorp gerust!

KWIEB                                  (Ongerust) Zouden ze thuis zijn ?

BURGEMEESTER                   Ge moet u niet ongerust maken! Voor de noen komen ze naar ’t schijnt hun bed niet uit !

KWIEB                                  …Waar leven die dan van ?

BURGEMEESTER                   Tja…Dat is een goeie vraag, Kwieb…Waar leeft zo’n gespuis van …

 

De deur van de woonwagen vliegt open, Dikke Ria komt buiten met een jachtgeweer…

 

RIA                                        (blaft) Hela, crapuul ! (Kwieb schrikt zodanig dat hij letterlijk in de armen van de burgemeester springt)…Wilt ge ne keer maken dat ge van mijn erf af zijt ?

BURGEMEESTER                   Madam Peuterneus, alstublieft, doe dat geweer weg!

RIA                                        Ochot ochot, wie we daar hebben ! Calimero met zijnen tricolore sjerp!

BURGEMEESTER                   Madam Peuterneus, ik eis respect!

RIA                                        Dat verkoop ik hier niet, dikzak !

BURGEMEESTER                   Ik zou het heel erg waarderen indien ge mij met burgemeester aanspreekt !  

RIA                                        (Bulderlach)… Moet ik uwe zegelring nog kussen ook ?

BURGEMEESTER                   Madam Peuterneus, wij zijn hier voor ernstige zaken !

RIA                                        En wie zijn “wij” ?

BURGEMEESTER                   Oh ja, excuseer! (Zet Kwieb weer op de grond) …Dit is architect Eukwiebius Zweetpaté ! Deze persoon zal zich bezig houden met de bouwwerken die hier binnenkort gaan plaatsvinden !

RIA                                        Wélke bouwwerken ?

KWIEB                                  (Kleintjes) Een winkelcentrum, madam!

RIA                                        Klapt ne keer een beetje luider, kwiebus, ik versta u niet !

KWIEB                                  (Schraapt de keel)…Hier komt een winkelcentrum, madam!

RIA                                        (Kijkt rond)…Ziet gij hier ergens een plakske staan “te koop”?

KWIEB                                  Neenee, niet bepaald, maar volgens meneer de burgemeester zou deze grond eigendom zijn van de gemeente!

RIA                                        (Bulderlach)…Da’s een goeie mop, kwiebus, een hele goeie!

BURGEMEESTER                   Madam Peuterneus, dat is hier een ernstige aangelegenheid!

KWIEB                                  (Knikt instemmend)

RIA                                        (Bloedserieus) Ziet ge wat er op die plakkaat staat ?(Toont het bord: Privaat eigendom, event. Met verkeerde spelling, privaadt ijgendom)

 

De twee anderen bekijken elkaar, dan het publiek, dan weer naar Ria en knikken instemmend…

 

RIA                                        Dat betekent dat ik als eigenaar het recht heb om mijn landgoed te verdedigen tegen indringers!

BURGEMEESTER                   (Protesteert kleintjes) Jaja, maar eigenlijk is dit uw eigendom niet en…

RIA                                        (Richt haar geweer op beide heren die pijlsnel hun armen in de lucht steken)...Broek laten zakken !

BURGEMEESTER                   (Slikt)…Excuseer ?

BLABBER                               Broek laten zakken, alle twee ! Ik tel tot tien! Eén, twee, zes, zeven , negen…

 

Beide heren hebben hun broek op de schoenen laten zakken. Geef ze een kleurrijke boxersshort, voor de burgemeester liefst met de kleuren van de Belgische vlag…

 

RIA                                        En dan nu maken dat ge weg zijt, Gaston en Leo! Ingerukt mars!

 

Kwieb en de burgemeester schuifelen mooi gelijk af, armen in de lucht en broek op de schoenen…

 

PIZZEWOSKE                       (Komt met verwaaide slaapkop uit de woonwagen)…Ah, ma? Zijt ge op kornijnen aan’t jagen ?

RIA                                        Nee, op fossielen !

PIZZEWOSKE                       (Blik in de richting waar de twee af gingen)…Oeioeioei, wat zijn dat voor twee raar figuurkes ?

RIA                                        Twee apostelen uit het dorp!

BLABBER                               (Komt ook met verwaaide kop naar buiten) Zeg, wat is dat kabaal hier allemaal ?

PIZZEWOSKE                       Ons ma heeft met haar schietgeweer een paar stropers weggejaagd!

BLABBER                               Jaja, dat zal wel…Daar zitten geeneens kogels in dat verroesterd ding! Daarbij, dat is ook voor niks nodig! Er wordt al genoeg nutteloos kruid verschoten ! Heel de wereld loopt vol zotten die niet beseffen dat ze zot zijn en alleen maar denken dat de rest zot is!

RIA                                        Hou maar op met fissoloferen!…Hier! (Geeft hem een geblutste emmer) Ga maar water halen aan de beek! Hier moeten vier smoelen gewassen worden !

BLABBER                               (Protest) Jamaar, waarom moet ik dat nu weer doen ?

RIA                                        Omdat ik het aan u gevraagd heb !

BLABBER                               Ge weet dat ik niet graag in de geburen van water kom! Water, dat…dat stinkt ! En daarbij, ik heb mij vorige maand al gewassen.

RIA                                        Ga ik u nog horen ?

BLABBER                               (Kleintjes) Ik ga water halen !

RIA                                        En, nat water, deze keer!

BLABBER                               (Zeurt) Ik kan daar toch niks aan doen dat er een gat in die emmer zit ?

RIA                                        Steek  dan uwe vinger in dat gat !

BLABBER                               (Zeurt) Jamaar, dan wordt hij nat!

RIA                                        En dan ?…Allee, vooruit! (Ria terug in de woonwagen)

BLABBER                               (Op kousenvoeten) Zeg, Pizzewoske ?

PIZZEWOSKE                       (Voelt hem komen ) Vertel het ne keer, pa !

BLABBER                                  Awel, wilt gij misschien in mijn plaats, eu…

PIZZEWOSKE                         (Houdt zich dom) Watte, pa ?

BLABBER                                  Awel, nat water gaan halen !

PIZZEWOSKE                         Nee, pa.

BLABBER                                  Allee, waarom niet ?

PIZZEWOSKE                         Er is aan mij niks gevraagd!

BLABBER                                  Maar, “ik” vraag het toch ?

PIZZEWOSKE                         Dat telt niet !

BLABBER                                  Waarom niet ?

PIZZEWOSKE                       Als ons ma iets aan u vraagt en gij vraagt dat dan weer aan iemand anders zonder  eerst aan ons ma te vragen of dat ge dat moogt vragen, dan is dat eigenlijk geen echte vraag, tenzij dat hetgeen wat ge vraagt nog niet door ons ma aan u gevraagd is en dan is het nog de vraag, waarom doet ge’t zelf niet? Verstaat ge’t, pa ?

BLABBER                                  (Zucht) Nee…Ik ga nat water halen ! (Af met emmer)

PIZZEWOSKE                       (Kijkt hem even na, zet zich op de rand van het podium, dicht tegen het publiek)…Onze pa is n’een hele brave mens, maar…Veel mayonaise zit er niet onder z’n schedeldakske. Maar ge moogt gerust zijn, hij zal niet te veel zotte kuren verkopen, want ons ma legt hem goed aan de ketting!… Weet ge waarom dat ze ons ma “dikke Ria” noemen ? Awel…(Denkt even na)…Ik weet het ook niet! Ons ma is van bijlange niet dik! Ze is alleen een beetje te klein voor haar breedte !…Mijn broer die zult ge ook niet kennen zeker ? Onze Stinkoe ! Veel te serieus voor zijne leeftijd, dat manneke ! En veel last met zijn hormonen ook ! Dat zit allemaal in’t koppeke tussen zijn twee oren!… Ik heb daar allemaal geen probleem mee! Voor mij geen venten! Daar hebt ge niks dan miserie mee ! (plots tot een toeschouwer) Helaba, gij daar...Jaja, gij!...Wat zit gij zo onder mijn rokken te loeren ? t‘ Zal niet pakken vriend, schrijf het maar op uwen buik!...Wat zegt ge ? Of dat ge mijnen telefoonnummer krijgt ? Gij hebt ook een goed gedacht van uw eigen!…Zeveraar!

RIA                                        (Komt weer uit de woonwagen) Pizzewos ?

PIZZEWOSKE                       (Recht) Ja, ma ?

RIA                                        (Heeft een grote namaakkip bij) Smijt dat kieken hier ne keer op den barbecue!

PIZZEWOSKE                       Allee nu, ma ? Een kieken als ontbijt ? Dat is ook den eerste keer!

RIA                                        Dat ligt aan uwe pa!

PIZZEWOSKE                       Wablieft ?

RIA                                        Ik heb uwe pa deze nacht naar de boerderij van boer Selder gestuurd om eieren te gaan pikken, en de stommerik had mij weer verkeerd verstaan! Hij is met een heel kieken naar huis gekomen !

PIZZEWOSKE                       (Zucht) Ja, typisch onze pa ! (Gooit het kieken met een smak op de barbecue, of wat daar ook mag voor door gaan)… Awel, ma , dat is nu één van de redenen waarom dat ik geene vent moet hebben! Als ge’t mij vraagt, zijn die allemaal zo stom als een achterdeur! Daar geraakt ge geene poot mee vooruit in’t leven!

RIA                                        Tegen wie zegt ge’t ?

PIZZEWOSKE                       Ah, tegen u é, ma !

RIA                                        …Is uw broer al wakker ?

PIZZEWOSKE                       Die ligt nog in zijne nest te stinken ! Of wat dacht ge ?

RIA                                        (Mompelt) Alle dagen die zelfde zever!…(Gaat tot deurgat woonwagen en brult) Stinkoe ? Opstaan!

STINKOE                              (Verschijnt onmiddellijk met een slaapkop in het deurgat, geeuwt…) Dag moeder, dag zuster…

RIA                                        Dag Jongske.

PIZZEWOSKE                       Dag onnozelaar!

STINKOE                              (Snuift) Ik riek kiek!

BLABBER                               (Komt weer opgestrompeld met z’n emmer) Is dat water onderweg toch niet allemaal verdampt zeker ?

RIA                                        Terug !

BLABBER                               Maar enfin nu, Ria …

RIA                                        Ik heb nat water gevraagd, en ik zal dat krijgen ook ! (Gaat de woonwagen binnen)

BLABBER                               (Ongelukkig) Stinkoe, zoudt gij ne keer in mijn plaats willen…

STINKOE                              Watte, vader ?

BLABBER                               Achter nat water gaan ?

STINKOE                              Nee, vader! Als ons moeder aan u iets vraagt ,en gij vraagt dat als vader dan weer aan mij zonder eerst aan ons moeder te vragen of dat ge dat wel aan mij moogt vragen, dan telt die vraag niet, vader! Dat is de wet van Archimedes, verstaat ge’t, vader ?

BLABBER                               (Denkt even na)…(zucht)…Nee…Ik ga achter nat water…(Weer af)

PIZZEWOSKE                       Zeg, smalle, let ne keer op dat kieken terwijl dat ik hout ga halen voor den barbecue.

STINKOE                              Jamaar…

PIZZEWOSKE                       Watte ?

STINKOE                              Dat wilt dus zeggen dat den barbecue nog niet brand ?

PIZZEWOSKE                       Vaneigest!

STINKOE                              Waarom moet ik dan op dat kieken letten ?

PIZZEWOSKE                       Omdat dat een kieken is natuurlijk, kieken ! (Af)

STINKOE                              (Zet zich vooraan op de rand van het podium, kort bij het publiek)…Goeiemorgen allemaal…Enfin, goeie avond!… Wij zijn de familie Peuterneus… Wij zijn een heel raar volk!…’t Is te zeggen, ons ma en onze pa en mijn zuster, daar zijn kosten aan. Ik ben compleet normaal!…Denk ik…Wij wonen hier al meer dan 25 jaar! Ik woon hier dus al van voor dat ik geboren was!…(Trekt een peinzend grimas)…Dat kan niet kloppen…