Requiem voor Samuel

2003

Tafereel 1

 

We bevinden ons in het rokerslokaal van een ziekenhuisafdeling. Er staan enkele tafels en stoelen. Ergens, zichtbaar of onzichtbaar staat een T.V. Midden -achter bevindt zich een raam dat open en dicht kan, op een meter van de grond. Rechts een toegangsdeur tot het vertrek. Mona kijkt televisie, Strobbe  zit zomaar wat voor zich uit te staren. Patty en Lien zitten innig in elkaar gestrengeld, Annie staart door alles heen, ze heeft geen aandacht voor wat er zich rondom haar afspeelt. Ze leeft alleen in haar schizofrene geest. Joppe zit in een hoekje, in foetushouding en wiegt steeds zachtjes heen en weer, Samuel zit in z’n rolstoel, observeert de anderen...Lomme komt het vertrek binnen, laat zich op een stoel zakken en barst in tranen uit...

 

SAMUEL:                                Wat scheelt er met hem ?

STROBBE:                               Hij komt net van de Dokter...

SAMUEL:                                 Ach zo ? Een consultatie bij de opperste rechter ?

STROBBE:                               Dat spreekt toch boekdelen ?

PATTY:                                     Sed lex, dura lex!

LIEN                                        De wet, beste vrienden! Niets dan de wet!

SAMUEL:                               Ben je veroordeeld, Lomme ?…Vooruit, man! Spuw het maar uit! “Groepstherapie”! Gezellig toch?

MONA:                                     Laat hem nu toch even, Sam!

STROBBE:                               Janken helpt geen reet, Lomme!

SAMUEL:                               Als je op voorhand weet waar je aan toe bent is het onnodig om er naderhand over te kankeren!

MONA:                                     Ironische proza, Sam ?

SAMUEL:                                 ...Misschien, schat...misschien....

MONA:                                     Wat heeft hij gezegd, Lomme ?

LOMME:                                   (moeilijk) ...Zes...Nog zes maanden...maximum...

SAMUEL:                                 Doe dàt maar in de helft !

MONA:                                  Een minimum aan takt zou hier zéér op z’n plaats zijn, Samuel Vermeersch!

STROBBE:                             Hij heeft toch gelijk, Mona!...Geen nodeloos sentiment!

PATTY                                   Juist!...Een mensenleven is  één grote, laffe leugen! Zelfs op je sterfbed spelen ze nog met je kloten ! Als je die hebt, tenminste!

LIEN:                                    Soms ontdek je de échte waarde van het leven pas, wanneer je bijna dood bent! Als we niet terminaal waren, dan hadden we elkaar ook nooit leren kennen! Een onmiskenbare speling van het lot (bijt even speels in de onderlip van Patty)

LOMME:                                   Ik wil niet!...Ik wil niet dood, godverdomme !

SAMUEL:                               Jaja, verdoem God nu maar ! God geeft, en God neemt ! De perfecte politicus!

STROBBE                              CD&V, waarschijnlijk!

PATTY                                      God is een klootzak!  (kus aan Lien)

LIEN                                        “Alle” mannen zijn klootzakken!

SAMUEL                                   Wie zegt dat God een man is ?

STROBBE                              De bijbel! God schiep de man naar zijn evenbeeld! Dus, hij had een piemel! Punt uit!

PATTY                                      Bullshit, Strobbe!

LIEN                                        Platte kak met pruimen!

STROBBE                                …Misschien!… Hey, Joppe?

JOPPE                                      (Kijkt schuw op)…Wàt ?

STROBBE                                Als jij God was, wat zou je dan zeggen?

JOPPE                                   (Kijkt even schichtig rond)…Jullie kunnen allemaal mijn kloten kussen! (onmiddellijk weer in foetushouding)

STROBBE                              Zie je wel ?…”Mannelijk” !

ANNIE                                  (schiet plots recht) Ssst!…Horen jullie dat ?

SAMUEL                                …Wat moeten wij dan horen, Annie ?

ANNIE                                  Sttt…Een trein!…Zie je hem, Samuel ? Dààr, daverend op de sporen! Deng deng deng deng!… Een trein vol krijsende mensen!

SAMUEL                                …Ja, ik zie het ook! Een trein vol mensen!…”Bange mensen”!

ANNIE                                  Ze brengen hen ergens naar toe! Naar een plek waar het ruikt naar pijn…en naar dood!

JOPPE                                   Hou toch je schizofrene kop dicht, trut! (onmiddellijk weer in foetushouding)

ANNIE                                  En de trein gaat sneller…sneller….sneller (krijsende gil)

STROBBE                              (Neemt haar bij de schouders) Ssst…Rustig nu… Er is geen trein, Annie!

ANNIE                                  Jawel, Strobbe, er is een trein! Ik zie hem, dààr! Ze halen iedereen eruit om hen in stukken te scheuren! Ze kunnen niet vluchten! We moeten ze helpen, Strobbe! De mensen zijn bang! Ruik je de angst niet? Ze zijn doodsbang!

STROBBE                              Nee, Annie! Er is geen trein! Er zijn geen mensen! Er is niets! Helemaal niets! Alles zit in je hoofd!

ANNIE                                  Maar…Samuel  heeft het ook gezien! De trein, Samuel! De trein en de mensen! De bange mensen!

STROBBE                              Sam is een leugenaar!

ANNIE                                  …Is er dan geen trein ?

STROBBE                              Nee, lieverd!…Geen trein!

SAMUEL                                Het spijt me, Annie.

ANNIE                                  …Jammer (gaat zitten en keert weer in zichzelf)

LIEN                                        Lieve Annie toch! Ze ziet ze weer vliegen!

PATTY                                      Nee, ze ziet ze rijden!

SAMUEL                                Ze is ons eigenste Bernadetje van Lourdes! We mogen er fier op zijn!

LIEN                                     De dokter zegt dat het nog erger wordt! Hoe meer haar tumor groeit, hoe meer hij tegen haar hersens gaat drukken!

PATTY                                   En op een dag, het onvermijdelijke! “Platch”…De hersenpan barst open en heel de kamer hangt vol smurie!…Stinkende, warme hersens!

SAMUEL                                Lekker bij een witte boterham!

STROBBE                              …Met bruine suiker!

MONA                                   Jullie zijn verderfelijk!

STROBBE                              Ja, dat weten we wel! Wij zijn de verdervelingen des werelds!…Is het niet, Joppe ?

JOPPE                                   Kus m’n kloten! “Allemaal”! (weer in foetushouding)

LIEN                                     Neenee, Joppe! Dàt gaan we niet doen!

PATTY                                   Dàn ben je bij ons aan het verkeerde adres!

JOPPE                                   Hoeren! (weer in foetushouding)

SAMUEL                                Beeft, gij trotse vrouwen! Siddert, gij zorgeloze dochters. Ontkleedt u tot op de huid, omgordt uw lenden met een boetekleed!

STROBBE                              Jesaja, hoofstuk 32, vers 11!

SAMUEL                                Bingo!

STROBBE                              Ach, was mijn hoofd een waterval, waren mijn ogen een bron van tranen, dag en nacht zou ik schreien over de gevallenen van mijn volk!

SAMUEL                                Jeremia, hoofdstuk 8, vers 23!

PATTY                                   (Legt duidelijk zichtbaar een hand om een borst van Lien) Hier houd ik in mijn hand, waar menige vent van watertandt! Uit het boek der lesbo’s ! Geen hoofdstuk, geen vers, geen paragraaf! Enkel een tastbaar feit! Twee stuks, zelfs!

LIEN                                     Wij zijn ongenaakbaar! Alles wat mannelijk is botst tegen een wand van onzichtbaar staal!

SAMUEL                                Ik kan jullie stelling wel enigszins begrijpen!

PATTY                                   Hoe bedoel je ?

SAMUEL                                Wel, ik heb het eigenlijk ook niet zo voor mannen!

MONA                                   En ik evenmin!

SAMUEL                                Dàt weten we nu ook wel, Mona, lieve schat! Volgens mij ben jij frigide!

MONA                                   Hou toch op, zak!

STROBBE                              Hij heeft gelijk, Mona! Jij hebt vast nog nooit van een vibrator gehoord!

MONA                                   Stik in jullie eigen kots! Allebei! (Wendt zich weer tot de televisie)

 

We horen een bandopname van een kinderstem die van heel ver blijkt te komen…Niemand, buiten Annie hoort ze…De stem zit in haar hoofd…

 

KIND                                     Mama?…Mama, waar ben je ?…

ANNIE                                  Ik ben hier, kindje! Kom maar! (staat op, drukt een denkbeeldig kind tegen zich aan)…Is mijn kind niet mooi ?… Is ze niet mooi, Samuel?

SAMUEL                                Ze is mooi, Annie…Héél mooi!…Later wordt jouw kind de koningin van Bourgondië! …Hoe heet ze ?

ANNIE                                  Nathalie!…Is dat geen mooie naam, Samuel ?

SAMUEL                                Nathalie is een prachtige naam, Annie! Hare majesteit, koningin Nathalie van Bourgondië! Knielt gij allen, schepselen der aarde; want haar naam zal geprezen zijn!

ANNIE                                  Ja…Het is een prachtige naam! (gaat weer zitten, staart in het niets en wiegt het denkbeeldige kind in haar armen)

PATTY                                   Heeft Annie ooit een kind gehad ?

STROBBE                              Ze heeft er drie!…Maar, ze herkent ze niet meer!… Haar vent heeft trouwens al lang een ander!

MONA                                   Wat een klootzak!

STROBBE                              Waarom ? Annie is geen vrouw meer en geen moeder!

MONA                                   En toch vind ik hem een klootzak!

LIEN                                     Annie lijkt wel de maagd Maria! Ze wiegt een onzichtbare Jezus.

PATTY                                   Misschien wel…Maar dat sluit niet uit dat haar Sint Jozef iemand anders heeft!…Weer maar eens een bewijs hoe kortzichtig, en egoïstisch mannen zijn!…Hoor je dat, Joppe ? Alle mannen kunnen de pot op!

JOPPE                                   Smerige , loopse teef! (onmiddellijk weer in foetushouding)

STROBBE                              Héhé, een klein beetje niveau houden, Joppe! Het is niet omdat je het voorrecht hebt binnenkort dood te gaan dat je de regels van de algemene moraal aan je broek moet vegen!

SAMUEL                                Groot gelijk, Strobbe! Zelfs de goorste smeerlapperij heeft z’n basisregels!

LIEN                                     Een typisch mannelijk trekje!

PATTY                                      Hoe groter het bakkes, des te kleiner de lul!

MONA      :                                ...Heb jij een sigaret, Strobbe ?

STROBBE:                               Pas maar op, straks krijg je nog kanker!

MONA:                                     Ha...ha...ha!...Geslaagd!...

PATTY                                      Ja, “gezwellige “boel hier!

SAMUEL                                  Waar kijk je naar, Mona ?

MONA:                                     ...Wàt ?

STROBBE:                             Sam wil weten aan welk stompzinnig kutfeuilleton jij je  nu weer zit te vergapen!

MONA:                                     Heeft dat belang ?

STROBBE:                             Nee, natuurlijk niet, lieve schat! Dat heeft inderdaad geen enkel belang!…Iedereen doet met z’n kostbare tijd wat hij wil!

SAMUEL:                                 Kostbare tijd, Strobbe ?

STROBBE                                Inderdaad, Sam! Nutteloze, kostbare tijd!

SAMUEL                                  ...Klinkt nogal sarcastisch !

STROBBE:                               Zo is het ook bedoeld !... Wat denk jij ervan, Joppe?

JOPPE                                      (Kijkt schuw op)

PATTY                                      Oh, kijk! Een “denkende” foetus! Wel, wel!

LIEN                                        Doe je hersens vooral geen pijn, o gij ongeboren vrucht!

PATTY                                      Joppe, jij bent  een autistische, antifeministische klootzak!

JOPPE                                      Lesbische hoeren! (vervalt weer in foetushouding)

PATTY                                   Groot gelijk, Joppe! ... Zalig zijn diegene die tieten hebben en een kut!

LIEN                                     Tot hen behoort de hemel op aarde! (zwoele kus aan Patty)

SAMUEL                                Zin in een trio ?

PATTY                                   Fuck you, Sam!

SAMUEL                                Ik zal het proberen, schat! Maar, een klein beetje manuele hulp zou in mijn situatie zeer welkom zijn!

STROBBE                              Met je beide wieltjes netjes op de grond blijven staan, Samuel Vermeersch!

 

 

 

Bezetting: 4 à 7 dames - 5 à 8 heren.

 

Acht bizarre, hard getekende karikaturen, allen kankerpatiënten, zijn samen in één ruimte op de achtste verdieping van een ziekenhuis. Ze komen tot de vaststelling dat de wet die euthanasie verbiedt niet op hen van toepassing is. Het raam van de ruimte waarin ze zich bevinden biedt schitterende perspectieven. In een boeiende conversatie waarin ironie en sarcasme de bovenhand krijgen besluiten ze God te spelen en filosoferen elkaar langzaam maar zeker de dood in. Meedogenloos, zwartgallig en bikkelhard. Het stuk bestaat ook in een éénakterversie onder de titel: “Wij zijn God”

 

Bizarre, harde en meedogenloze conversaties in een korst van bikkelharde zwarte humor zijn de ingrediënten van dit vaak pijnlijk realistische toneelspel. En, wees er van overtuigd, het laat bij een publiek wrange sporen na.

Een creatie van Première (Bergen-Op-Zoom, Nederland) in 2003; onder de titel “8 hoog”.
Verdere opvoeringen:
2004
* Inter nos, Den Haag (Nederland)

Personages
Strobbe

Joppe

Samuel

Lomme

Mona

Annie

Patty

Lien

Dokter (M/V)

Verpleegster

Politieagent (M/V) 1

Politieagent (M/V) 2